vrijdag 10 oktober 2014

Nieuwe tijden, nieuw bestuur


Nieuwe tijden, nieuw bestuur

In overheidsland is er veel in beweging. Meer rendement voor minder geld. De gemeente als eerste overheidslaag. Van Big Government naar Big Society. Dat betekent onder meer een groot appèl op burgers en decentralisatie van de overheid, die steeds lokaler georiënteerd is. Op naar de improvisatiemaatschappij.

Een paar weken eerder zei Jan Rotmans het al tijdens een presentatie, nu horen we het ook van Hans Boutellier: “We leven in een totaal andere tijd dan twintig jaar geleden”. Boutellier is hoogleraar aan de Vrije Universiteit en werkt onder meer voor het Jonker-Verwey Instituut, dat onderzoek doet naar maatschappelijke vraagstukken als veiligheid en de transitie in de zorg. Hij schreef onder meer ‘De improvisatiemaatschappij’. Bij Rotmans ging het over de kanteling van een tijdperk, wat je terugziet in de arbeidsverhouding, modernisering en machtswisseling. Boutellier heeft het over de kanteling van een geordende samenleving naar een improvisatiemaatschappij, te herkennen aan internationalisering, informatisering en individualisering. Wat doet dat met een bestuurlijke organisatie als de gemeente?

Walgelijk
Alles wat er nu gebeurt, wordt geïnitieerd en versterkt door de internationalisering, informatisering en individualisering. “We voelen en ervaren de wereld vanuit onszelf en kunnen tegelijk wereldwijd constant met elkaar in contact staan. Alsof de menselijke geest openbaar is geworden. In de meest fantastische én de meest walgelijke zin van het woord.” Daardoor verdwijnen volgens Boutellier de solide sociale kaders en zijn de relaties tussen en met instituten als de overheid ingewikkelder geworden.

Vierdimensionaal
Hij toont een filmpje van een zwerm spreeuwen, die inmiddels spreekwoordelijk is voor de ‘vrijheid in verbondenheid’ die veel organisaties nastreven. De samenleving is een “complexiteit zonder richting”, een “dynamische continuïteit”, als een enorme wolk met ontelbare verbanden. Onbegrensd, met alle mogelijke actoren, driedimensionaal. Of liever: vierdimensionaal, want ook tijd is nu een belangrijke factor in de uitwisseling van informatie en transacties, waarin elke seconde telt.

Jazz
Maar mensen zijn geen spreeuwen. De menselijke complexiteit is veel ingewikkelder. Boutellier vergelijkt de samenleving waarin we nu zitten het liefst met jazz: “In een improvisatiemaatschappij lijkt het of we maar wat aanrotzooien, maar het klopt gewoon. Misschien is improvisatie wel de hoogst mogelijke vorm van menselijke organisatie.” De kenmerken van deze ‘georganiseerde vrijheid’ zijn: een thema (motief), een basisritme (momentum), duidelijke identiteiten (kernfuncties), een verhouding tot traditie (geschiedenis), kennis, ervaring en vaardigheid (weten wie je bent, wat je kunt en wat je talent is) en een lichte vorm van leiderschap (duidelijke kaders en ruimte om individueel te excelleren). 

Handelingsverlegenheid
Dit wil overigens niet zeggen dat onze maatschappij daarmee volledig horizontaal georganiseerd is. “Er zijn nog steeds allerlei gezagsrelaties, alleen krijgt leiderschap een andere rol. Het is ontzettend moeilijk om in zo’n complexe omgeving te zeggen: dit is mijn verhaal. Die chaos zie je terug in de onmacht van bestuurders, de handelingsverlegenheid van professionals en de onzekerheid en frustratie onder burgers.” Orde is niet per se goed, want “misdaad kan ook georganiseerd zijn”, maar de behoefte aan bestuur blijft: “Er is een verlangen naar bescherming, een roep om leiderschap en orde. Maar dat mag niet over onszelf gaan; we snakken naar leiders waar wij zelf niet naar hoeven te luisteren, maar die wel anderen tot de orde kunnen roepen.”

Structuur
Gelukkig ziet Boutellier ook dat er tegelijk veel nieuwe energie is door de nieuwe mogelijkheden van bijvoorbeeld de informatisering. Daardoor ontstaan weer nieuwe initiatieven, een soort ‘burgerkracht’ dus. Hij vindt dat het tijd wordt dat we een nieuw idee krijgen over hoe de samenleving werkt. “Een systeem kan volgens de complexiteitswetenschappen zoals wis- en natuurkunde tegelijk chaotisch en geordend zijn. Daar zit veel meer structuur in dan we denken.”
Zou je al die verbindingen in beeld brengen, dan zie je de nieuwe communities ontstaan. Al die kleine interacties kunnen een groot effect sorteren, al is de specifieke oorzaak niet aan te wijzen (synchroniteit). “Dit systeem is veel stabieler dan we denken. We zijn zo veel minder kwetsbaar.”

Tien principes voor leiderschap
Boutellier besluit zijn lezing met de tien principes voor leiderschap, die straks terug te vinden zijn in zijn boekje ‘Lokaal bestuur in een improvisatiemaatschappij. Tien principes voor geïnspireerd doen samenleven’, dat op 1 december 2014 verschijnt:

1.    Begrijp wat er al is: stuur op bestaande dynamiek.

2.    Gebruik thema’s en principes in plaats van strakke kaders en controle. Stel vragen en laat mensen zelf met oplossingen komen.

3.    Faciliteer positieve dynamiek en begrens negatieve dynamiek: wees een kanaliserende overheid.  

4.    Gebruik het momentum. De mate van organisatie is bepalend voor de bestuurlijke inzet. Denk aan incidenten en crisissituaties. Houd ruimte voor intuïtie.

5.    Bepaal de problemen en kansen in plaats van vraag en aanbod. Creëer en behoud consensus. ‘Vraaggestuurd’ is veel te consumentistisch.

6.    Behoud het vertrouwen en de controle; wederkerigheid is van cruciaal belang. Wij proberen het beste te doen wat we kunnen, maar verwachten ook iets van u.

7.    Zorg voor eenvoud en helderheid in procedures. Wees duidelijk en open over verwachtingen, ook naar burgers.

8.    Durf te experimenteren. En stop ermee als het niet werkt.

9.    Creëer nabijheid en zorg voor één op één contact. Geef aandacht. Bewoners zijn mensen, geen ‘klanten’. Ga in gesprek, kijk ze in de ogen. Of, zoals Maurice Glasman zei: ‘get more love into the system’.

10.  Werk vanuit politieke keuzes. Uiteindelijk moet iemand de knoop doorhakken. Wie krijgt wat?

Bernadet Timmer
Communicatie

Geen opmerkingen:

Een reactie posten