woensdag 10 januari 2018

“Gedoe komt er toch”






“Ik gun de overheid de burgers te leren kennen. Dat is iets anders dan het beste resultaat voor iedereen. Je moet niet praten, je moet doen. Beginnen en dan pas bezinnen. Andersom is geen garantie van succes.”


‘Stand up-filosoof’ Martijn Aslander was op 7 december te gast bij de eindejaarsbijeenkomst van Bevolkingszorg in de Nieuwe Bibliotheek in Almere. Hij laat zien welke kansen continue veranderingen, netwerken en technologie bieden. Samen met Erwin Witteveen schreef hij ‘Easycratie’. Al zijn boeken kun je gratis downloaden. Daarnaast is hij de bedenker van onder meer #durftevragen.

Zelf heeft Aslander nog nooit een baan of uitkering gehad en ook nooit een studie afgemaakt. Toch runde hij op zijn 17de runde al een buitensportzaak met zestig mensen, vanuit de klas: hij verzorgde personeelsuitjes met wat hij bij de padvinders had geleerd. Op zijn 27ste was hij alles weer kwijt. Hij bleef optimistisch: “Als je alles kwijt bent, kan er niet zoveel meer misgaan” en ging een hunebed bouwen. “Het grootste ooit”, met de hand. In 2002 kreeg hij een miljoen euro van sponsoren en lokale overheden en hielpen 14.000 mensen hem zijn idee voor elkaar te krijgen: “Samen een stapel stenen bouwen is veel leuker dan ernaar kijken.” Dat verhaal vertelde hij vervolgens overal, op verzoek.

Organizonder
Dit jaar is hij al dertig jaar ondernemer. De kern van zijn onderneming: hoe kun je op een slimme manier technologie inzetten om je slagkracht te vergroten? Aslander noemt het ‘organizonder’: organiseren zonder papierwerk. “Alle organisaties zijn gebaseerd op werken met je handen. We hebben eigenlijk geen flauw idee van kenniswerken, wat we tegenwoordig vooral doen. Een derde van de mensen is ’s avonds op zijn best, maar staat elke dag weer in de file. Je kunt niet acht uur per dag met je hoofd werken. We zitten in een maffe transitiefase. De meesten gebruiken de computer als een moderne typemachine. Ze doen dubbel werk en mailen vooral elkaar.”


Lifehacking
In 2007 begon hij met lifehacking. “Vijf miljoen kenniswerkers gebruiken de tools die ze hebben niet op een handige manier. We moeten organisaties en werk anders gaan organiseren. Maar eigenlijk zijn we al te laat.” De verandering is immers al gaande: “Social media zijn een hefboom voor het zelforganiserend vermogen van groepen. Leiderschap is doen wat juist is, ongeacht de consequenties. Alle grote maatschappelijke vraagstukken zijn in de basis bureaucratische vraagstukken. De kennis is er, de wil, de mensen, maar de bureaucratie hindert dat. Het is killing voor de motivatie van mensen. Easycratie kan een oplossing zijn.”


‘Winter is coming’
Er is een kloof tussen de politiek-bestuurlijke en de maatschappelijke werkelijkheid, ziet Aslander. En een kloof tussen stakeholders en de afdeling ICT. “Technologie is het bestaansrecht van organisaties compleet aan het wegvagen. Binnen nu en vijf jaar moeten we veranderen, anders zijn we er geweest. ‘Winter is coming’.” Daarom schreef hij ‘Nooit af’, het vervolg op ‘Easycratie’. “Er zou een logisch verband moeten bestaan tussen organisaties en organiseren. Waartoe zijn organisaties op aarde? Organisaties bestaan bij de gratie van het kapitaliseren van de vraag-aanbodfrictie: de markt. De overheid bestaat bij de gratie van een frictie tussen een maatschappelijk probleem en een oplossing.”


Toegang
Aslander voorziet dat die frictie de komende jaren steeds kleiner wordt of verdwijnt. Zowel op de markt, denk aan taxibedrijven, hotels en banken, als bij de overheid. “Dankzij technologie worden tussenpersonen ertussenuit gehaald of hun rol in elk geval een stuk kleiner gemaakt. En de komende tien jaar krijgt de overheid steeds minder geld. Want we kopen steeds minder dingen: we kopen toegang. De netwerksamenleving draait daarop. Het netwerkeffect is een grote veranderkracht. Hoe meer knooppunten, hoe meer verbindingen, hoe krachtiger, hoe sneller de veranderingen.”


Pokemon GO
Als voorbeeld van dit cumulatieve effect noemt hij Pokemon GO: “750 miljoen mensen die binnen drie maanden iets nieuws omarmen. Het meest succesvolle anti-obesitasproject ooit! Ze zetten meer dan 2.000 stappen per dag extra en zijn buiten. Dankzij augmented reality en smartphones met steeds groter bereik, steeds meer functies en apps.”
Inmiddels heeft Apple samen met Ikea het grootste augmented reality-project tot nu toe gerealiseerd voor de herinrichting van je huis. Je kunt zelf de meubels visueel aanpassen en direct de nieuwe gewenste meubels bestellen. En ook in het beroepsonderwijs of voor handleidingen gaat deze technologie een grote vlucht nemen, voorspelt Aslander. “Op dit moment zijn er een stuk of dertig krachten die een grote rol gaan spelen in de veranderingen. Denk aan bio- en nanotechnologie, sensors, robotica, 3D-printing, bitcoins, cryptocurrency, blockchain, sociale zwermen, etc..”

Puzzel
“Elk probleem op deze planeet is een puzzel. Daar heb je puzzelaars, puzzelstukjes en een puzzel voor nodig. Toegang in plaats van bezit betekent dat ook macht aan het veranderen is, onder invloed van deze mechanismes.” De volgende stap na de netwerksamenleving is de zwerm. “Beweging is permanent in de driehoek wetenschap-technologie-creatie.”
Hij waarschuwt: “We geven in Nederland miljarden uit aan oplossingen die we gratis kunnen krijgen van betrokken burgers in zeer korte tijd. Met alle regels halen we zoveel taakautonomie weg, dat je de bedoeling kapotmaakt.”


Hij adviseert het gefaseerd aan te pakken. Bijvoorbeeld door een werkloze IT’er niet naar het UWV te sturen, maar hem te vragen een computerprobleem bij de gemeente op te lossen. Ook voor de problemen die daarbij kunnen ontstaan, vinden we wel weer een oplossing: “‘The man who says it can’t be done is useally interupted by the man who’s doing it’. Gedoe komt er toch. Kies het scenario waarbij mensen zoveel mogelijk autocratie hebben en dat zo min mogelijk geld kost. Leer hoe het beter kan, zeg niet hoe het niet kan.”
Bernadet Timmer
Communicatie

maandag 15 mei 2017

De stille revolutie in democratie



De stille revolutie in democratie

Het is code Oranje: hoe kan het lokale bestuur meer vertrouwen verdienen? Wat heeft een overheid in deze tijd nodig? Koos Janssen, burgemeester van Zeist en voorzitter van de werkgroep Democratie en bestuur bij de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG), hield op 11 mei zijn lezing tijdens de Galjaarddag 2017 over de vernieuwing van de democratie.

“We willen dat mensen het goede leven kunnen leiden; dat is voor iedereen anders. En dat ze meedoen aan de democratie. Ik geloof niet in een blauwdruk, één route voor iedere gemeente. Dat moet iedere overheidsinstelling op zijn eigen manier invullen. Hoe kunnen we naar vernieuwing van democratie kijken vanuit onze rollen? En hoe kunnen we elkaar versterken? Hoe hebben we elkaar nodig om een ontwikkelprogramma op gang te krijgen?

“In een democratie draait het om interactie. Er is een groeiende groep mensen die het voor zichzelf gaan regelen, het anders gaan doen. Een stille revolutie. Zij hebben vaak ook de middelen en de omstandigheden om het zelf te doen.” Janssen noemt dit de maatschappelijke democratie. Daarnaast onderscheidt hij een sociale democratie: “Er is ook een groep die zich niet meer gezien, gehoord, erkend voelen. Mensen die hun omgeving zien veranderen en zich niet bij machte voelen er iets aan te doen. Ze raken afgehaakt. Steeds minder mensen doen op alle velden mee, waardoor sommige velden losraken van het samenspel.”

Samenspel
“Het goede leven is leven op de manier zoals je wenst te leven. Zodra het samenspel verdwijnt, verdwijnt het wezen van de democratie. Democratie draait om communicatie: alleen door ontmoeting en gesprek kom je erachter wat het goede leven is. Dat leven zal altijd dat van de ander raken, of ermee conflicteren. Vraag je af: wat is democratie voor jou? Waar staan we, waar moet het naartoe, wat doe jij en wat doe ik? Ik faciliteer de inwoners en de gemeenten zo goed mogelijk. De burgemeester, het college, de ambtenaren en communicatie zijn er ter ondersteuning. Als de democratie niet goed meer functioneert, wat hebben we dan al die jaren gedaan? Stelden we de waaromvraag of waren we te druk met andere belangrijke zaken?”

Waarom
“We zijn destijds met de waardendiscussie gestart en starten nu met de uitvoering. Maar de vraag naar het waarom van de waarden wordt niet meer gesteld. Het gaat alleen nog over het wat. Heb het lef om in gesprek te gaan over het waarom. Waar doen we het ook alweer voor? Hoe dragen we bij aan het goede leven? Wees als communicatie ook zelf speler in de democratie. Heb je het hier ook naar binnen gebracht? Doen we iets met wat in de samenleving speelt? Ook ik heb moeten leren communicatie dichtbij te laten komen. En andersom heeft communicatie geleerd mij de ruimte te geven.”

Discipline
“Blijft loyaal aan het antwoord op het waarom. Dat vereist discipline.” In zijn boekje ‘Zoektijd’ schreef hij dat een snelle oplossing geen oplossing is. “Deze tijd geeft ons de gelegenheid om wat langer te zoeken, wat minder te roepen en wat meer te doen. We zullen in elkaar moeten investeren ten gunste van de lokale democratie. Investeer in vertrouwen, wacht niet tot je gevraagd wordt. En blijf kritisch. Dat vraagt lef, van leiders én van communicatieprofessionals. Zo faciliteren we het denken over waar het eigenlijk over gaat.”

Hij wil ‘niet praten in wenselijkheden, maar in werkelijkheden’. “Laat de initiatieven de maat worden voor de politiek, niet andersom. Wees geen roepende in de woestijn, zoek bondgenoten. Het is moeilijk, maar ik probeer mijn eigen opvatting voorbij te blijven. Weg te blijven bij het vinden. Het vinden belemmert het verbinden.”

“Je kunt morgen beginnen met je aan te sluiten bij de stille revolutie. Met een gesprek over het waarom, de betekenis van gebeurtenissen in de samenleving, de ontmoeting met inwoners en raadsleden. Werk aan vertrouwen en nabijheid. Het werk aan de lokale democratie begint bij ons.”

Bernadet Timmer
Communicatie


donderdag 9 maart 2017

Constructieve journalistiek: meer dan positieve verhalen


“De ouderwetse journalistiek werkt niet meer in deze horizontaal georganiseerde informatietijd. Als journalisten er niet over berichten of het probleem zelfs ontkennen, dan maken ze het extreem moeilijk voor de (wereld)leiders om hun werk te doen en het publiek voor te bereiden op wat er gaat gebeuren en wat er moet gebeuren. Zo wordt klimaatverandering nu niet gepresenteerd als één samenhangend milieuverhaal, maar als losse verhalen over veiligheid, droogte, armoede, misdaad, migratie, oorlog en economie.”  
Alan Rushbridger, voormalig hoofdredacteur van The Guardian, wilde met zijn pensionering iets wezenlijks nalaten. Onder het motto ‘We dare, we share, we care’ besloot hij met constructieve journalistiek bij te dragen aan de aanpak van klimaatverandering, samen met onder meer het Reuters Institute for the Study of Journalism. Op 2 december was hij keynote speaker op Hogeschool Windesheim tijdens het eerste, internationale congres over constructieve journalistiek: oplossingsgerichte berichtgeving in plaats van negatieve verhalen en nieuws over conflicten.

Heeft de journalistiek gefaald?
Rushbridger vraagt zich af of de journalistiek gefaald heeft als het gaat om de klimaatverandering; het raakt immers iedereen en de impact is groot. “Het zou dagelijks op de voorpagina’s moeten staan, maar zelfs de beste nieuwsorganisaties doen niet méér berichtgeving, eerder minder. Als je vertrouwen wilt winnen, dan moet je open zijn. Maar ze zijn niet eens eerlijk over de kwestie en de data.”
Daar zijn veel oorzaken voor aan te wijzen. Rushbridger somt op: eigenaarschap en ideologie van de media, de economische crisis bij de pers, de nuances in de wetenschap en de noodzaak van duidelijkheid in de journalistiek, het feit dat de ernst van de situatie niet erkend wordt, het gebrek aan balans, objectiviteit en onpartijdigheid, de voorkeur van journalisten voor nieuws en unieke gebeurtenissen, het gebruik van de ‘achteruitkijkspiegel’ door journalisten omdat ze slecht zijn in langetermijnvoorspellingen, de ‘klimaatveranderingsmoeheid’ bij zowel het publiek als de journalistiek, fatalisme (‘we kunnen er toch niks tegen doen’), de focus op rampen, de aversie van wetenschappers om aannames te doen, de angst dat mensen er niet mee kunnen omgaan en het verwerpen en de vraag naar meetbare resultaten en oplossingen.  
Wat kunnen we doen?
De eerste regel van journalistiek is: houd het simpel. Dat deed het team van Rushbridger ook bij het thema klimaatverandering. Ze namen een paar feiten als basis en lieten die terugkomen in elk verhaal, zoals: het klimaat mag maximaal 2 graden warmer worden. Dat betekent dat we nog maar 565 gigaton CO2 mogen uitstoten. Er zit nog 2.795 gigaton CO2 (vijf keer zoveel) aan fossiele brandstoffen in de grond. We moeten die reserves dus in de grond houden als we minder dan 2 graden opwarming willen hebben. Ze besloten niet alleen reportages te maken maar ook campagne te voeren. Omdat de boodschap op een T-shirt of een koffiemok moest passen, werd hu doel hun slogan: Keep it in the ground (zie ook http://keepitintheground.org).
Volgende stap: de doelgroep. Gingen ze voor de wereldleiders, de consumenten, de producenten of de investeerders? Rushbridger: “Goede mensen kunnen verleid worden om hun gedrag aan te passen. Wij kozen in de eerste plaats de medische en wetenschappelijke fondsen, waaronder die van Bill Gates, omdat zij de problemen erkennen en geld en invloed hebben.” Daarnaast gebruikte het campagneteam alle beschikbare kanalen: video’s, foto’s, reportages, zowel op papier als digitaal. Ze vroegen beroemdheden zich in te zetten voor de zaak, organiseerden evenementen, publiceerden gedichten en lieten anderen merchandise maken met hun slogan.
Authentieke verhalen en manieren om zelf iets te doen
“We wilden geen plaatjes van ijsberen, we wilden iets waar mensen niet omheen konden. We wilden niet dat lezers en kijkers zich hulpeloos voelden, we gaven ze manieren om zelf iets te doen, zoals brieven schrijven en videoberichten sturen naar bestuursleden van de fondsen.” Authentieke verhalen met veel impact, omdat ze gaan over de levens van mensen. Bovendien toonden ze mensen dat ze konden kiezen voor een andere bank, een ander pensioenfonds, goed doel, organisatie of bedrijf.
Waarom wezen ze mensen daarnaast niet op hun eigen verantwoordelijkheid, zoals elektrisch rijden, minder vlees eten, niet vliegen? “We zijn waarschijnlijk allemaal hypocrieten, maar wat maakt het grootste verschil? We hebben de technologische invalshoek onder de loep genomen. Dat vroeg om een maatschappelijke investeringsverandering, die een veel grotere impact heeft dan in een Prius rijden in plaats van een diesel.”
Journalistiek op een hoger niveau
De conclusie van Rushbridger: “We gingen veel verder dan journalistiek. Het was een morele campagne, maar het had wel een direct effect, in elk geval in Londen en de wijde omgeving. En het had een ‘olievlek-effect’ bij politici, energiebedrijven en het publiek: zij trokken investeringen in de fossiele-brandstofsector terug. Dit is de manier waarop we journalistiek op een hoger niveau kunnen brengen.”

Meer weten? Kijk op www.constructievejournalistiek.nl
Bernadet Timmer

donderdag 9 februari 2017

“Wat nodig is, is common sense”


“In de politiek ontbreekt het aan moraal. De media maken de werkelijkheid onzichtbaar. Onze kennis van de maatschappelijke realiteit berust maar voor een heel klein deel op eigen waarneming. Onze voorstellingen van de werkelijkheid berusten dus vooral op verbeelding en verhalen.”

Gabriël van den Brink wil het hebben over de verhouding tussen publieke communicatie, media en de werkelijkheid. Als emeritus hoogleraar (maatschappelijke) bestuurskunde aan de Universiteit van Tilburg was hij 23 november uitgenodigd als spreker tijdens de conferentie Transitie33. Daarin staat de manipulatie van informatie en het daaruit voortvloeiende wantrouwen van burgers voor politiek, bedrijven en overheid centraal.

“Verhalen moeten spannend zijn, structuur hebben - liefst chronologisch, en één of meer mensen of machten bevatten die iets doen, ten goede of ten kwade. Het gewone is zelden aanleiding voor een verhaal. Wie heeft het veroorzaakt, wie werkt het tegen, wie lost het op? De oppositie stelt ons in staat om over de problemen na te denken, die in de samenleving niet oplosbaar zijn. Het verhaal is een denk-experiment.”

Extreme ervaringen
De kring waarin verhalen verteld worden, is steeds groter geworden. “Hoe groter de kring, hoe meer de grote, kwaadaardige dingen die overal gebeuren gaan opvallen. Denk aan de aardbevingen in Groningen, de aanrandingen in Duitsland, de arrestaties in Turkije, de oorlog in Syrië. Het wereldbeeld wordt daarmee negatief gekleurd. Die moraliserende verhalen worden nóg intenser als je er beeld en geluid aan toevoegt: je krijgt de indruk dat je er zelf bij bent. Dat doet iets met je verbeelding.” Maar dat fragment is geselecteerd, erop gericht om spannend te zijn. “Het heeft nog maar heel weinig te maken met de realiteit die we zelf kunnen overzien. De media tonen de meest extreme ervaringen van de wereld.” 

Spirituele wanhoop
Nu zijn ook de social media erbij gekomen. Wat doet dat met ons? “De illusie van werkelijkheid wordt nog sterker, omdat je zelf kunt reageren. Mensen zijn ongelooflijk in het defensief. Dat doen ze alleen als ze voelen dat de Apocalyps aan hun deur staat. Het vertrouwen dat mensen vroeger konden ontlenen aan iets hogers, zoals religie, is weg. Het is een soort spirituele wanhoop geworden.”

Echokamer
“Veel kanalen fungeren bovendien als echokamer. Er is nog maar weinig overlap met beelden die niet in ons wereldbeeld passen. Dat onttrekt de realiteit aan onze blik. Het wereldbeeld geeft het publiek dus een cynische houding Ik vrees dat het spel zoals dat gespeeld wordt aanleiding geeft tot een heel groot publiek cynisme, omdat het niet aansluit bij het gewone leven, de eigen wereld. Daarom bekijken veel mensen de media met argwaan. Vandaar ook dat mensen zeggen: met mij gaat het goed, maar met ons gaat het slecht.”

Argwaan
Komt dat doordat politiek en media niet dezelfde waarde hechten aan transparantie, geloofwaardigheid, eerlijkheid, oprechtheid en vertrouwen als het publiek? Van den Brink: “De meesten hebben eerlijkheid hoog in het vaandel staan. In de politieke en mediawerkelijkheid is het denken van ‘de meesters van de argwaan’ als Freud en Marx gangbaar en dominant geworden. In de politieke sfeer worden morele waarden verwaarloosd of erger. Maar ook in tv-series gaat het over: wie doet het goede? Zij die het risico nemen, worden gestraft. Films vervullen de rol van de mythologie.”

Vertekening
De politiek maakt gebruik van verbeelding om zaken op te lossen. “En dat lukt niet met die argwaan. Laten we erkennen dat de wereld van de media een realiteit in zichzelf is: een wereld van fictie. Maar je moet hen wel serieus nemen. Er is altijd vertekening, maar het gaat wel ergens over. De werkelijkheid kun je nooit via de media waarnemen. Daar hebben we andere bronnen en werkwijzen voor nodig. Als je je teveel opsluit in het spel van framing, begeef je je op glad ijs.”

Noodrem
We zitten middenin een systeemverandering, merkt Van den Brink op. “Mensen zeggen dat ze het anders willen. Ze kunnen anders stemmen en daarmee zeggen: nu is het genoeg. Politici reageren meestal met bezweringen en ontkenningen. Ze zijn als het orkest op de Titanic. Het is spelen met vuur. In de jaren ’30 liep het fout af. Ik ben niet treurig over de Brexit of Trump. Daarom hebben we democratie: om mensen die weinig macht hebben, aan de noodrem te kunnen laten trekken. We zullen zien of de boodschap begrepen wordt.”

Algemeen belang
Volgens Van den Brink ‘beslissen’ mensen met hoofd, hart en/of buik. Vandaar dat het best moeilijk is om consistent te zijn. “Het verhaal dat we rationeel zijn, is op zijn eind. Verstand heeft tot taak onze passies en driften in toom te houden, maar het hoofd regeert maar voor 10%. Daar moeten politici hun optreden op aanpassen. Politiek is een spel vol hartstocht, beelden en gevechten. Mensen verwachten eerlijkheid van een bestuurder. Dat hij serieus probeert waar te maken wat hij belooft. De rol van de politiek is het balanceren van macht, markt en moraal, dat maakt het algemeen belang. Dat probeert uit te stijgen boven het individuele belang. Dat is wat anders dan een compromis of uitruil.”

Common sense
“Diversiteit helpt ons niet. Wat nodig is, is ‘common sense’: gezond verstand, met mensen praten, gedeelde waarden, dingen die we gemeen hebben, zoals rechtvaardigheid. Common sense is ook: in welke richting gaan we samen dingen oplossen? Dit kan, omdat er urgentie is. Het is ‘a hell of a job’, want we zitten vooral achter de computer. Handen uit de mouwen!”
Bernadet Timmer
Communicatie


vrijdag 3 februari 2017

“We moeten met het publiek in gesprek gaan”


“Er ontstaan nieuwswoestijnen en tegelijk is er een oceaan opgekomen met niet-gecontroleerde informatie en non-informatie, onder meer via sociale media. Is de klassieke journalistiek nog wel relevant? We hebben een groot deel van onze relevantie verloren.”
Journalist Eric Smit, onder meer bekend van onderzoeksplatform Follow the Money, dook op 23 november in de wereld van zijn eigen beroepsgroep tijdens Transitie33, een congres over de manipulatie van informatie. Hij merkt op dat er met de journalistiek zelf iets aan de hand is, net als met de politiek en de financiële wereld: ze worden niet meer vertrouwd. “Mensen keren zich af van de experts die we telkens aan het woord laten. Maar we hebben dat vertrouwen nodig.”
Hij noemt dit een tijd waarin we niet hard genoeg aan zelfreflectie kunnen doen. “Waarom ben je er? Voor wie doe je het? Voor het publiek? ‘Journalisten zijn onafhankelijk, want zij worden niet betaald door degenen die zij controleren’, zeggen ze. Waar gaat het mis?” Sinds de opkomst van internet is er veel gebeurd en de laatste vijftien jaar is er een hele andere industrie ontstaan. “Heel veel klassieke journalistieke media dreigen te verdwijnen, met name in de regio. Heel veel lokale politiek wordt niet meer gelegitimeerd door journalisten.”
Op de schoot van de macht
Smit vindt dat ook parlementaire journalistiek steeds meer ‘een veredelde vorm van sportjournalistiek’ wordt: snel, hijgerig, met korte quootjes. “Journalisten zitten veel meer op de schoot van de macht in plaats van dat ze die het vuur aan de schenen leggen. De journalistiek ontbeert het vermogen en de afstand om de machthebbers goed te controleren. Ze zijn onderdeel van het spel geworden. Ze willen in contact blijven, begrijpen. Door dat meedenken hebben ze niet meer de afstand die nodig is om hun taak uit te voeren. Het echte dwarsdenken vindt amper plaats.”
Autopsiejournalistiek
Wat hij ziet is ‘autopsiejournalistiek of journalistiek van de achteruitkijkspiegel’: achteraf analyseren wat er is misgegaan. “Er lijkt geen middenweg meer tussen links en rechts, ja of nee. We maken te weinig ruimte in ons hoofd om dat aan de kaak te stellen. Gelukkig zijn er initiatieven die erop duiden dat het ook anders kan. Er kan een tegenbeweging op gang komen. Dat willen journalisten ook.”
Slappe knieën
Van wie zijn de media nu? Zijn journalisten wel integer of is financiële onafhankelijkheid nodig voor objectiviteit? Smit: “80% van de inkomsten van de krant komt uit de groep waar ze over schrijven. Dan ben je niet corrupt, maar heb je wel slappe knieën. Durf jij degene die jou complimenten geeft, die jou indirect betaalt, nog aan te pakken? We vinden die draaideur overal terug: journalisten die woordvoerder worden, overstappen naar het bedrijfsleven of de politiek. Ik vind het schokkend als dat gebeurt.” Toch is hij zelf ook in de communicatie actief. “Als je ingehuurd wordt als PR-persoon, dan zit daar een moraliteit in: je kunt het mooier maken, maar wanneer wordt het een leugen? Iedereen heeft een eigen verantwoordelijkheid. Je moet de consequentie durven nemen.”
Mensen in beeld brengen
Hoe moeten media omgaan met politici die ‘brand!’ roepen, maar geen branden blussen? “Het probleem is er, maar wat ons te doen staat, is sneller oplossingen bedenken. Zie bijvoorbeeld de Matteo-solution (op Follow the Money), die gaat over de flexibilisering van de euro. Breng mensen in beeld die oplossingen hebben bedacht. Het is aan de mens zelf om de consequenties van zijn handelen te zien. Je moet een poging doen om uit dat systeem te stappen. Je kunt ook anoniem je verhaal vertellen. Mensen moeten kunnen praten, in contact kunnen zijn met de ‘waakhond’.”
Verantwoordelijkheid nemen
Hij ziet wel een oplossing om de afstand te verkleinen en daarmee het vertrouwen terug te winnen: “Mensen communiceren steeds meer met elkaar. We moeten van onze verhoging afstappen en met het publiek in gesprek gaan. Over Europa, over de financiële sector, etc. Wij zijn het systeem, dus er is altijd een mogelijkheid om de verantwoordelijkheid te nemen.”
Bernadet Timmer