donderdag 1 mei 2014

Creatief met slib


Als je op vakantie gaat, moet je ver rijden om net zo’n zoete zee tegen te komen als het Markermeer. Het trekt ook bijzondere vogelsoorten aan en je kunt er geweldig op zeilen. Over vijf jaar komt er misschien nog een attractie bij: een eiland.

Slib is een echt Nederlands product: we zijn erop gebouwd. Het is een soort fijne modder. Maar het ene slib is het andere niet. Zo ziet het slib uit het Markermeer eruit als een grijzig goedje, dat blijft zweven in het water en zo het leven van planten en dieren bemoeilijkt. Toch kan ook dit een bouwsteen zijn.  

Het Markermeer is niet uit zichzelf ontstaan. In zijn roemruchte geschiedenis is het afgescheiden van het IJsselmeer en waren er plannen om het in te polderen. Al vanaf de jaren ’70 zijn daar debatten over, maar de overheden spraken af dat dat niet gaat gebeuren. Daardoor heeft het meer een aantal grote gebreken, zoals het ontbreken van natuurlijke ondieptes waar vissen kunnen paaien. Toen het nog Zuiderzee was, zat het vol met zoetwatermosselbanken en vis, maar sinds een jaar of vijftien neemt die hoeveelheid enorm af, waardoor ook de vogels wegblijven. Door de Houtribdijk kan het slib nu niet meer weg. Er ligt nu een laag van decimeters slib op de bodem, losgewoeld door harde wind en golven. Ruwweg 50.000 van de 70.000 hectare Markermeer heeft een bodem waar bijna geen leven meer in zit.

Marker Wadden
Rijkswaterstaat en ingenieursbureaus zijn al tijden aan het berekenen hoe het beter kan. Daarom heeft projectdirecteur ‘Marker Wadden’ Roel Posthoorn bij Natuurmonumenten een plan uitgewerkt voor een gezonder Markermeer. “We moeten het gaan onderhouden. Het nadeel is dat het een relatief onbekend gebied is. Het Marker- en IJsselmeer is als topnatuur aangewezen. Tweeënhalf jaar geleden merkte je dat de groeiplannen van Almere stokten en daarmee de ontwikkeling van wegen én natuur. Want uit die groei zou ook de investering van de natuur betaald worden. Om te voorkomen dat er niets gaat gebeuren, hebben we alle maatregelen op een rij gezet. Met het idee de Marker Wadden, een archipel van eilanden van Almere tot Enkhuizen, kunnen we de bodem weer gezond maken en de visstand weer op peil krijgen.”

Ze willen in 2016 beginnen met de eerste stap: een groot eiland ter hoogte van Lelystad. “We leggen onder water een geulenstelsel aan, waardoor de natuur voor ons aan het werk gaat: met een storm komt al het slib in beweging en daalt neer op de diepste plekken. Wat we uitgraven aan klei en zand gebruiken we om een ringeiland van te maken. Het slib pompen we in dat atol, waarna het indikt en we er land van kunnen maken. Dat zullen we moeten beschermen tegen de kracht van de golfslag. Het stuk in de luwte kan een zandstrand krijgen.”

Ook voor mensen
Wat Posthoorn betreft voegt het veel toe aan wat het Markermeer te bieden heeft, want de eilanden worden ook toegankelijk voor mensen. “We maken een plek die mooi is en waar je naartoe kunt met je zeilboot of een veerboot, waar je aan kunt leggen, vogels kunt zien, et cetera.” Daarvoor zijn nog wel een paar spelregels nodig, want “mensen kunnen elkaar nog wel eens in de weg zitten. We zijn met veel groepen in gesprek om te kijken wat we ervan kunnen maken, zonder dat we politieagentje hoeven te spelen.”  

In 2020 kan het eerste eiland volgroeid zijn. Komt er daarmee een einde aan het ronddwarrelende slib? “Het zou dweilen met de kraan open kunnen zijn, maar ik denk dat we veel sneller dweilen dan de kraan druppelt. We proberen hiermee het natuurlijk evenwicht te herstellen. Langs de kust van Noord-Holland zie je veel meer waterplanten: die houden het slib vast. En als de mosselen weer terugkeren, kunnen zij heel veel slib uit het water filteren. We realiseren ons dat we niet alles weten. Daarom gaan we nu eerst het eerste eiland bouwen en onderzoeken. Dan weten we of we succesvol kunnen zijn.”

Bernadet Timmer
Communicatie

Geen opmerkingen:

Een reactie posten