donderdag 26 januari 2017

Weg van de rel, de ruzie en de race


“Er valt altijd iets te kiezen, ook al denk je van niet. Bijvoorbeeld: hoe breng je het naar buiten? We zijn meer bezig geweest om de schade te beperken dan met het neerzetten van een goed verhaal voor de raad. We hebben iets teveel defensief gedacht, uit angst voor wat er mis kan gaan.”
Pieter Hilhorst, ‘politiek idealist’ en ex-wethouder van Amsterdam, schreef onder meer ‘De Belofte – over macht, idealisme en politiek’. Hij vertelt tijdens de conferentie Transitie33 op 23 november over zijn fascinatie voor politiek en de wisselwerking tussen politiek en media. Het thema: manipulatie van informatie door media, politiek en communicatieprofessionals en het daardoor ontstane wantrouwen van het publiek. “Mensen worden kwaad op bureaucratische instellingen. Als je voor burgers werkt zonder burgers, werk je ze tegen.”
Daarom ging hij in 2012 de politiek in er richtte een van de eerste broodfondsen voor zzp’ers op. “Er moest wat gebeuren, op de drempel van de grote transities, om de verhouding tussen overheid en burger te verbeteren. Maar de tijd was niet rijp. De drie decentralisaties werden door mensen niet gezien als een kans, maar een bedreiging. Ze zagen het eerder als een alibi voor bezuinigingen. Ze hadden het gevoel in de steek gelaten te worden.”
De belofte van de politiek
Volgens Hilhorst gaat het over ‘de rel, de ruzie en de race’ in de politiek. “Er is een groot verschil of je het vanaf de zijlijn kunt analyseren of dat je er middenin staat. De belofte van de politiek is dat we samen bepalen in welke stad of land we willen leven. Maar we vergeten de maatschappelijke krachten die nodig zijn om iets te veranderen. In politiek en media gaat het over proberen anderen fouten te laten maken en dat zoveel mogelijk uit te buiten. Vooral bij ‘events’: dingen die gebeuren en die jouw geloofwaardigheid onderuithalen.”
Achteraf (na zijn aftreden in 2014) weet hij wat er misging: “Je moet het spel kunnen spelen en beheersen. Ik liep in de populistische valkuil, terwijl ik mijn ambtenaren mee had moeten krijgen. Je moet proberen de condities te bepalen waarin jij kunt optreden. Maatschappelijk iets veranderen is horizontaal netwerkmanagement. Maar in de politiek probeer je jezelf groter en de ander kleiner te maken.”
Frame-check
Wat journalisten willen weten, willen politici niet zeggen en wat politici vertellen, willen journalisten niet horen. Maar journalisten zouden de keuzes moeten laten zien, vindt Hilhorst. “We hebben fact-checks, maar hebben we ook een frame-check? Als een politicus ergens kort over wil zijn, is dat niet omdat hij iets te verbergen heeft, maar omdat hij liever ergens anders over wil praten. Ik kan precies uittekenen wat de vervolgvragen zijn. Dus wil je het ergens anders over hebben, dan ga je draaien. Je kunt er doorheen breken door volledig controle te hebben over het frame of door bondgenoten die het over hetzelfde willen hebben. En je hebt alleen maar bondgenoten als je die niet alleen voor je eigen gewin gebruikt.”
Scorebordjournalistiek
Moeten journalisten dat pikken? Hilhorst: “Een nietszeggend antwoord is iets anders dan een antwoord geven op basis van jouw visie op de werkelijkheid. Vaak gaan ze niet in op iemands argumenten, maar op de geloofwaardigheid van de persoon die ze interviewen. Er is vaak een soort scorebordjournalistiek: als je met weinig ervaring de politiek ingaat, is het ‘logisch’ dat het misgaat. Ik geloof dat politici heel eerlijk zijn, maar ze willen niet altijd alles vertellen.”
En dan is er nog ‘de dwang van de montagetafel’, waar de nuance sneuvelt in soundbites en quotes. De verhouding bestuurder-journalist blijft krampachtig. “Politici hebben geleerd dat je op de korte termijn meer steun en winst krijgt door iemands geloofwaardigheid onderuit te halen. Maar op de lange termijn raken mensen beschadigd en verliezen we allemaal. Mensen moeten meer greep krijgen op hun eigen omgeving en op de solidaire instellingen die er zijn opgericht.”
Hoop
Hilhorst heeft veel van zijn tijd in de politiek geleerd: “Wat in het verleden gebeurt is, kun je ook veranderen. Door er een goed verhaal over te vertellen. Bij de crisis heb ik dat veel te weinig gedaan. Toen ik aftrad was ‘Jij kon er niets aan doen’ de grootste belediging voor mij, omdat je juist de politiek in gaat om iets te veranderen. Je kunt het spel beter spelen.” Hij benadrukt: “Hoop is niet hetzelfde als optimisme. Het is het gevoel dat je toch iets kunt veranderen. In de politiek heb je meer kracht om iets te veranderen als er een beweging van onderop is. Dat moet je faciliteren. Ik kon het niet, maar het kan wel. Ik wil niet af van de belofte van de politiek, want het is niet ieder voor zich.”
Bernadet Timmer
Communicatie

donderdag 19 januari 2017

Transitie33: we hebben elkaar harder nodig dan ooit


“Dat we anderen benaderen vanuit een beeld dat niet spoort met hoe mensen tegen zichzelf aankijken, is de grote blinde vlek binnen ons vakgebied en staat effectieve communicatie in de weg” - Transitie33
Burgers wantrouwen bestuurders, politici en overheid. Ze hebben het gevoel dat de informatie die ze krijgen gemanipuleerd wordt. Reputatiemanagement, spinnen en framen maken het lastig de werkelijkheid te zien. Ook de media spelen daarin een belangrijke rol. Het verlies van vertrouwen heeft grote consequenties voor onze democratie, onze maatschappij, onze welvaart en ons welzijn.
Transitie33, genoemd naar het boek van Hans Siepel en Frank Regtvoort over de veranderingen die nodig zijn voor eerlijk communiceren, probeert het tij te keren. Tijdens de conferentie op 23 november 2016 in Doorn kwamen communicatieprofessionals, politieke deskundigen en journalisten aan het woord en werd hun aandeel besproken. Wat kunnen zij doen om het wantrouwen weg te nemen?
Initiator van de conferentie is oudhoogleraar Ben Warner, voorzitter van de stichting CommBat, ‘ter verbetering van het communicatieoptreden van beroepsbeoefenaren en studenten’. Hij nodigde ‘politiek idealist’ Pieter Hilhorst, gespreksleider en WeAreChange-journalist Maria van Boekelen, hogeschool INHolland-lector Digital World Frans van der Reep, communicatiedeskundige Hans Siepel, hoogleraar Gabriel van de Brink, journalist Eric Smit en Eerste Kamerlid Frits Lintmeijer uit voor een stevig debat.
De belofte
De Amsterdamse ex-wethouder Pieter Hilhorst heeft het over de rel, de ruzie en de race in de politiek. Hij
schreef onder meer ‘De Belofte – over macht, idealisme en politiek’ en laat zien hoe macht en idealisme botsen. “De belofte van de politiek is dat we samen bepalen in welke stad of land we willen leven. Maar we vergeten de maatschappelijke krachten die nodig zijn om iets te veranderen.” Hij wil niet van de belofte af, want ‘het is niet ieder voor zich’. Journalisten moeten de keuzes laten zien die er (gemaakt) zijn. We hebben niet alleen fact-checks, maar ook een frame-check nodig.
Common sense
Hoogleraar Gabriël van den Brink neemt de verhouding tussen publieke communicatie/media en de werkelijkheid onder de loep. Hij vindt dat het “in de politiek ontbreekt aan moraal”. Bovendien maken de media maken “de werkelijkheid onzichtbaar”. De focus op en impact van negatieve verhalen wordt nog groter door (bewegend) beeld en geluid en de echokamer van sociale media. “Onze kennis van de maatschappelijke realiteit berust maar voor een heel klein deel op eigen waarneming. Onze voorstellingen van de werkelijkheid berusten dus vooral op verbeelding en verhalen.” Diversiteit helpt ons niet. Wat nodig is, is ‘common sense’: gezond verstand, met mensen praten, gedeelde waarden. En een richting waarin we samen dingen gaan oplossen.
In gesprek gaan
Journalist Eric Smit, bekend van onderzoeksplatform Follow the Money, vindt dat de journalistiek
een groot deel van zijn relevantie heeft verloren. “Journalisten zitten veel meer op de schoot van de macht in plaats van dat ze die het vuur aan de schenen leggen.” Maar de media hebben het vertrouwen van het publiek nodig. Het probleem is deels dat journalisten niet onafhankelijk zijn, omdat zij worden betaald door degenen die zij controleren. Bovendien dreigen heel veel klassieke journalistieke media dreigen te verdwijnen, met name in de regio. Daardoor wordt ook lokale politiek niet meer gelegitimeerd door journalisten. Zelfs parlementaire journalistiek is snel, hijgerig, met korte quootjes. Het is vaak autopsiejournalistiek of journalistiek van de achteruitkijkspiegel: achteraf analyseren wat er is misgegaan. Journalisten moeten van hun verhoging afstappen en met het publiek in gesprek gaan over grote, complexe onderwerpen als Europa en de financiële sector. Ze moeten zelf sneller oplossingen bedenken en mensen in beeld brengen die oplossingen hebben bedacht.
Betrokkenheid en empathie
Eerste Kamerlid Frits Lintmeijer reageert: “We zijn enorm op zoek naar waarheid, authenticiteit.” Hij had zich ooit als wethouder in Utrecht voorgenomen meer contact te zoeken met de mensen. “Je gaat de politiek in omdat je iets wilt betekenen voor de stad, maar je hebt ook een vaardigheid nodig om het spel te kunnen spelen.” Het kan ook anders. Bijvoorbeeld door eens andere taal te gebruiken, contacten in de stad aan te gaan, bijvoorbeeld bij lokale evenementen. “Het is helemaal niet meer leuk na de tigste keer en je haalt niet de krant, maar je toont wel je betrokkenheid en empathie. Dat is niet sexy, maar het levert wel veel werk op. Ik zou het fijn vinden als daar in de journalistiek veel meer van doorklinkt.”
Troost en erkenning
“Er is niet één iemand of groep die bepaalt wat er op die agenda staat, maar er is wel een ongelooflijke angst bij de media om nieuws te missen. Leg de controle van de media niet bij de politiek neer”, waarschuwt Lintmeijer. Hoe houd je je idealisme vast en tegelijk kritisch de vinger aan de pols? Wat doen we met manipulatie en tegenstroom? Siepel: “Er zit pijn in de samenleving. Ik denk dat we dat niet op rationeel niveau oplossen. Dit vraagt heling. We hebben behoefte aan troost en erkenning. We moeten de belangen van de samenleving veel meer leidend laten zijn. Veel meer sturen op het morele.”
Manifest
De conclusie van Transitie33 volgens de initiatiefnemers: er is een markt voor wat mislukt is. Slecht nieuws maakt 75% van het nieuws uit. Bedrijven achten reputatie belangrijker dan vertrouwen. De werkelijkheid wordt door de media meer verhuld dan belicht en de onderbuik gebruikt democratie om aan de noodrem te trekken. Daarom moet informatie tijdig, verifieerbaar, feitelijk, waarachtig en transparant zijn.
Warner over het vervolg: “We denken aan een manifest, een verandering in het onderwijs. Partijen hebben elkaar veel harder nodig dan ooit. Ze hebben elk een eigen taak, maar als die elkaar verliezen, zou ik niet weten hoe we het moeten oplossen.”
Bernadet Timmer
Communicatie