Posts tonen met het label Europa. Alle posts tonen
Posts tonen met het label Europa. Alle posts tonen

maandag 4 januari 2016

De toekomst van Europa



De toekomst van Europa


“De Europese democratie wordt nu opnieuw gebouwd door de nieuwe generatie. We leven veel transnationaler, maar we krijgen niet het systeem wat we nodig hebben. We moeten het paradigma kantelen: we hebben ‘united citizens’ nodig in een gezamenlijk systeem.”


Ulrike Guérot is de oprichter en directeur van het European Democracy Lab op de European School of Governance in Berlijn. Samen met theatermaker Lucas de Man discussieerde zij op 10 oktober 2015 tijdens het Festival der Vooruitgang van De Correspondent in het Amsterdamse Felix Meritis over de toekomst van ons continent. Hoe ziet die eruit voor Europa?


Old white men-systeem versus ont-moeting
De Man ziet de publieke ruimte als een plaats voor ont-moeting: “Jongeren hebben een hekel aan de EU: er zijn steeds meer nomaden die overal komen, maar wel een sterk gevoel hebben dat ze ergens vandaan komen.” Het Erasmusproject daarentegen kreeg veel complimenten, omdat ze elkaar konden ontmoeten, konden reizen en samen werken en leren. Volgens Guérot moet Europa ‘bottom up’ gebouwd worden. Daarvoor moeten we eerst het ‘old white men-systeem’ deconstrueren. “De plattelandsjongeren hebben een nog groter probleem. Zij zijn vaker werkloos en stemmen rechts-extreem. Er is een steeds grotere kloof tussen elke grote (hoofd)stad en het nationale platteland.” De Man: “De jongeren hebben het gevoel dat ze niet gezien worden, daarom kiezen ze de weg van de angst voor het rechts-extremisme om gehoord te worden.”


Drie grote versus duizend kleine initiatieven
Guérot vertrouwt erop dat we politieke middelen zullen vinden om dit op te lossen. Zoals het afbreken van het huidige energiesysteem door het opbreken van grote monopolisten en het lokaler maken van energieopwekking en –verdeling. “We moeten politiek beleid op dat vlak ook opnieuw vormgeven. Er is een enorm verschil tussen de geografische structuren van bijvoorbeeld Duitsland en Frankrijk. We hebben nu alleen markt- en consumentenbeleid. Maar het platteland heeft geen van beide. We hebben structurele hervormingen nodig, niet alleen de keuze van grote ondernemers voor bepaalde veranderingen.”


Jongeren gaan niet het hele land door, maar werken in de regio en gebruiken social media. “Je kunt de wereld niet veranderen, maar als alles mogelijk is, gebeurt er niets”, aldus De Man. “Het gaat er niet om dat je een betere wereld bouwt, het gaat om het bouwen van een gemeenschap. De keuze is niet alleen tussen goed, hipster of niet goed. Duizend kleine initiatieven zijn veel sterker dan twee of drie grote, want de grote overheersen alles en laten niets achter als ze instorten. De kleine kunnen flexibel samenwerken.”


Rpubliek versus democratie
Volgens Guérot werkt ‘het principe van de meerderheid’ ook niet meer. “Er is een verschil tussen een republiek en een democratie. We dachten dat een gemeenschap ging over democratie, maar het gaat om sociale organen, om mensen. Dat kan niet vanzelf. Er moet iets sterven, zodat er iets kan groeien. Er zal iets gebeuren, want we leven in een systeem dat ons niet bevalt. Maar wat de trigger daarvoor is, weten we niet.”


De Man waarschuwt: “Het wordt niet beter dan het was. Er zullen altijd mensen zijn die leiden en mensen die lijden. Dat zal niet verdwijnen. Het bouwen van een gemeenschap is een eenzaam gebeuren.” Guérot: “Elke generatie vecht tegen het systeem waarin het leeft. We moeten structuren vinden die de drie grote landen – Duitsland, Frankrijk en Engeland – ontmantelen. Kijk op internet. We hebben een Europees dak nodig, met lokale zuilen, maar zonder nationale fundering; die moet bestaan uit mensen, niet uit grenzen.”


Nationalisatie versus regionalisatie
Wat is dan ons houvast? De Man: “Mensen zijn gehecht aan identiteit, een plaats waar ze vandaan komen, niet aan een land. Sociale, creatieve, intelligente mensen zullen onze kracht zijn. We moeten onze naties opgeven en onze macht overdragen aan een centrale macht. Europa bestaat al langer dan de landen erbinnen. Het zal twintig jaar duren voordat ons systeem is veranderd.” Als voorbeeld wijst hij op onze taal: Engels is nu verplicht op basisscholen.


Guérot verwacht dat het sneller zal gaan: “We lopen altijd achter bij de ontwikkelingen. Desintegratie komt op zijn eigen moment. Dat kan in drie maanden gebeuren. Er is al sprake van regionalisatie of ‘Singaporization’. Maar ‘Netwerk Europe21’ is niet genoeg om steden te verbinden, we moeten ook het platteland erbij betrekken.” Welke institutionele systemen kunnen we hiervoor gebruiken? Niemand wil voor het systeem zorgen, maar iedereen wil ervan profiteren. Je kunt hooguit nadenken en proberen je voor te bereiden op de tijd daarna. “De kernwaarden die ons definiëren als Europeanen zijn mensenrechten, menselijke waarden. Dat is onze culturele erfenis. We willen bouwen op politieke gelijkwaardigheid voor alle burgers van Europa.”
Bernadet Timmer



vrijdag 3 mei 2013

Waarom wij meebetalen aan de Griekse schuld

 

Het wil nog steeds niet lukken om uit de crisis te komen, ondanks de bijdragen die we hebben geleverd. Ruim 4,5 miljard heeft Nederland geleend aan Griekenland. En we hebben steeds borg gestaan, omdat we op de lange termijn economische groei verwachten. Waarom betalen we mee en wat verdienen we eraan?

“Per persoon betalen we per jaar 256 euro aan de EU. Dat is de contributie om bij een club te horen, zoals je die ook betaalt voor een voetbalclub.” Aan het woord is Andy Klom, hoofd van de Vertegenwoordiging van de Europese Commissie in Nederland. In de nieuwe bibliotheek in Almere legt hij, niet voor het eerst, nut en noodzaak van de Europese handelwijze uit.

Aandeelhouder
Hij bladert om te beginnen door zowel de gouden tijden als de zwarte bladzijden van onze geschiedenis. De kern: Nederland is een van de ‘founding fathers’ van de Europese Unie. Die kwam tot stand om een herhaling te voorkomen van de oorlogen die tussen eind 19de eeuw en midden 20ste eeuw in Europa woedden en wereldwijd ruim 100 miljoen doden eisten.
“We hebben zestig jaar meegewerkt aan Europa, hebben het mede vormgegeven met onze ideeën. We zijn een aandeelhouder en denken en beslissen mee wat er met Europa gebeurt.”
(Wil je meer weten over de ontwikkeling van de EU? Kijk dan even op http://europa.eu/about-eu/eu-history/index_nl.htm)

Alle Europese landen dragen bij aan de begroting van de Europese Unie. Nederland draagt veel bij: ruim 4 miljard euro, waarvan we ruim 2 miljard euro terugkrijgen in de vorm van regionale, sociale en landbouwfondsen. De staatssteun die de Europese Commissie gedurende de crisis verleent, is een derde van wat Europa verdient. Dat is ongeveer 4% van de totale inkomsten van de EU. Daar doen wij aan mee omdat we ook in Nederland onze economie erbovenop willen houden. Nog een ontnuchterende vergelijking: “Per dag betalen we 0,70 euro aan Europa en 45 euro aan de Nederlandse overheid.”

Exportmarkt
Wat krijgen wij daarvoor terug? “Een derde van wat we in Nederland verdienen, halen we uit de export. Driekwart van onze export gaat naar EU-lidstaten, ook de Zuid-Europese. Van elke 1.000 euro die we verdienen, komt 250 euro uit Europa. We verdienen per persoon per jaar 1.500 tot 2.200 euro aan de interne Europese markt. Dus de winst die we maken is enorm (vergeleken bij de 256 die we erin stoppen). Daarom is die markt zeer belangrijk voor ons, zeker in deze tijd.”

Europa staat niet meer alleen door de globalisering en toetreding van twaalf nieuwe landen de afgelopen jaren. Dit jaar komt Kroatië erbij. “De interne markt is enorm gegroeid, we hebben het nog nooit zo goed gehad als in de laatste tien jaar voor de crisis. Onze export naar BRIC-landen (snel ontwikkelende economieën als Brazilië, Rusland, India en China) is nog steeds heel klein vergeleken bij onze export in Europa. Voorlopig zijn we vooral bezig met onze buren. Europa is de thuismarkt voor de Nederlandse economie. We hebben daardoor een groter concurrentievermogen in de wereld.”

Investering
Ook kleine landen tellen mee in Europa. “Europa is gebouwd op gemeenschappelijke instituties die werken voor het algemeen belang. Door gemeenschappelijk beleid te voeren zorgen we ervoor dat dezelfde regels gelden voor iedereen. We zetten gezamenlijk in op groei van een groene, sociale, inclusieve economie: delen in welvaart en sociale zekerheid.” En, niet onbelangrijk: Nederland heeft meer dan 3 miljard euro in Griekenland geïnvesteerd. Dat willen we niet weggooien.

“In Griekenland is nog heel veel staatseigendom. De hervormingen die wij hebben ondernomen, moeten zij ook ondernemen, maar dan sneller. Dus het gaat er vooral om wat zij zelf kunnen doen om erbovenop te komen. De beslissingen die we in Nederland moeten nemen zijn pijnlijk, maar de beslissingen daar zijn nog groter. In elke lidstaat werkt de overheid op een andere manier. We zijn pas vanuit Europa daarnaar gaan kijken toen de Oost-Europese landen wilden toetreden. Griekenland heeft een heel andere politieke cultuur. Dat zal met enige assistentie hervormd moeten worden. Daar kan ook Nederland een bijdrage aan leveren.”

Preventief toezicht
“Een aantal Zuid-Europese landen is door eigen schuld in de problemen gekomen. Met preventief toezicht kunnen we voorkomen dat er opnieuw een crisis ontstaat in een ander land.” Denk aan Cyprus, die een enorm risico op zich heeft genomen door buitenlands geld te (laten) stallen op het eiland. “Zij hebben acht keer zoveel geld als wat de Cyprioten zelf verdienen bij Cypriotische banken en buitenlandse investeerders staan. Niemand weet wat er gebeurt als dat systeem instort. Misschien gebeurt er wat er een paar jaar geleden in Argentinië gebeurde: het faillissement van de staat.”

Onze buren, de Fransen en Duitsers, zijn de grootste schuldeisers. Daar leunen wij zwaar op voor onze economie. Wij zijn daarmee indirect afhankelijk van landen als Griekenland. Klom: “Als het huis van de buurman in brand staat, moet je blussen om te voorkomen dat ook jouw huis vlam vat.” Daarom investeert de EC nu in preventief toezicht. Elk jaar geven Europese landen elkaar inzicht in hun begroting, hervormingen en beleid, waarna de Europese Commissie dit bespreekt. “Wij mogen aanbevelingen geven over de benodigde hervormingen, maar mogen aanbevelingen niet opleggen. Landen kunnen elkaar er wel op aanspreken. De aanbevelingen zijn best belangrijk, maar ook pijnlijk. Denk aan het verhogen van de pensioenleeftijd, het openbreken van de arbeidsmarkt en de Nederlandse huizenmarkt.”

Nederland haalt dus heel veel uit Europa. We delen in de rechten en plichten, de groei en de welvaart, maar ook in de solidariteit en vrede. We betalen mee op korte termijn, zodat andere landen succes kunnen hebben. “Hun succes is ons succes. Die welvaart kunnen we alleen verdienen in de enorme markt die Europa heet. Voor grote landen is ‘aleingang’ misschien een optie, voor kleine landen als Nederland niet. Ik denk dat Europa enorme kansen geeft. Die kun je laten liggen, maar je kunt ze ook omarmen.”

Bernadet Timmer