vrijdag 3 mei 2013

Waarom wij meebetalen aan de Griekse schuld

 

Het wil nog steeds niet lukken om uit de crisis te komen, ondanks de bijdragen die we hebben geleverd. Ruim 4,5 miljard heeft Nederland geleend aan Griekenland. En we hebben steeds borg gestaan, omdat we op de lange termijn economische groei verwachten. Waarom betalen we mee en wat verdienen we eraan?

“Per persoon betalen we per jaar 256 euro aan de EU. Dat is de contributie om bij een club te horen, zoals je die ook betaalt voor een voetbalclub.” Aan het woord is Andy Klom, hoofd van de Vertegenwoordiging van de Europese Commissie in Nederland. In de nieuwe bibliotheek in Almere legt hij, niet voor het eerst, nut en noodzaak van de Europese handelwijze uit.

Aandeelhouder
Hij bladert om te beginnen door zowel de gouden tijden als de zwarte bladzijden van onze geschiedenis. De kern: Nederland is een van de ‘founding fathers’ van de Europese Unie. Die kwam tot stand om een herhaling te voorkomen van de oorlogen die tussen eind 19de eeuw en midden 20ste eeuw in Europa woedden en wereldwijd ruim 100 miljoen doden eisten.
“We hebben zestig jaar meegewerkt aan Europa, hebben het mede vormgegeven met onze ideeën. We zijn een aandeelhouder en denken en beslissen mee wat er met Europa gebeurt.”
(Wil je meer weten over de ontwikkeling van de EU? Kijk dan even op http://europa.eu/about-eu/eu-history/index_nl.htm)

Alle Europese landen dragen bij aan de begroting van de Europese Unie. Nederland draagt veel bij: ruim 4 miljard euro, waarvan we ruim 2 miljard euro terugkrijgen in de vorm van regionale, sociale en landbouwfondsen. De staatssteun die de Europese Commissie gedurende de crisis verleent, is een derde van wat Europa verdient. Dat is ongeveer 4% van de totale inkomsten van de EU. Daar doen wij aan mee omdat we ook in Nederland onze economie erbovenop willen houden. Nog een ontnuchterende vergelijking: “Per dag betalen we 0,70 euro aan Europa en 45 euro aan de Nederlandse overheid.”

Exportmarkt
Wat krijgen wij daarvoor terug? “Een derde van wat we in Nederland verdienen, halen we uit de export. Driekwart van onze export gaat naar EU-lidstaten, ook de Zuid-Europese. Van elke 1.000 euro die we verdienen, komt 250 euro uit Europa. We verdienen per persoon per jaar 1.500 tot 2.200 euro aan de interne Europese markt. Dus de winst die we maken is enorm (vergeleken bij de 256 die we erin stoppen). Daarom is die markt zeer belangrijk voor ons, zeker in deze tijd.”

Europa staat niet meer alleen door de globalisering en toetreding van twaalf nieuwe landen de afgelopen jaren. Dit jaar komt Kroatië erbij. “De interne markt is enorm gegroeid, we hebben het nog nooit zo goed gehad als in de laatste tien jaar voor de crisis. Onze export naar BRIC-landen (snel ontwikkelende economieën als Brazilië, Rusland, India en China) is nog steeds heel klein vergeleken bij onze export in Europa. Voorlopig zijn we vooral bezig met onze buren. Europa is de thuismarkt voor de Nederlandse economie. We hebben daardoor een groter concurrentievermogen in de wereld.”

Investering
Ook kleine landen tellen mee in Europa. “Europa is gebouwd op gemeenschappelijke instituties die werken voor het algemeen belang. Door gemeenschappelijk beleid te voeren zorgen we ervoor dat dezelfde regels gelden voor iedereen. We zetten gezamenlijk in op groei van een groene, sociale, inclusieve economie: delen in welvaart en sociale zekerheid.” En, niet onbelangrijk: Nederland heeft meer dan 3 miljard euro in Griekenland geïnvesteerd. Dat willen we niet weggooien.

“In Griekenland is nog heel veel staatseigendom. De hervormingen die wij hebben ondernomen, moeten zij ook ondernemen, maar dan sneller. Dus het gaat er vooral om wat zij zelf kunnen doen om erbovenop te komen. De beslissingen die we in Nederland moeten nemen zijn pijnlijk, maar de beslissingen daar zijn nog groter. In elke lidstaat werkt de overheid op een andere manier. We zijn pas vanuit Europa daarnaar gaan kijken toen de Oost-Europese landen wilden toetreden. Griekenland heeft een heel andere politieke cultuur. Dat zal met enige assistentie hervormd moeten worden. Daar kan ook Nederland een bijdrage aan leveren.”

Preventief toezicht
“Een aantal Zuid-Europese landen is door eigen schuld in de problemen gekomen. Met preventief toezicht kunnen we voorkomen dat er opnieuw een crisis ontstaat in een ander land.” Denk aan Cyprus, die een enorm risico op zich heeft genomen door buitenlands geld te (laten) stallen op het eiland. “Zij hebben acht keer zoveel geld als wat de Cyprioten zelf verdienen bij Cypriotische banken en buitenlandse investeerders staan. Niemand weet wat er gebeurt als dat systeem instort. Misschien gebeurt er wat er een paar jaar geleden in Argentinië gebeurde: het faillissement van de staat.”

Onze buren, de Fransen en Duitsers, zijn de grootste schuldeisers. Daar leunen wij zwaar op voor onze economie. Wij zijn daarmee indirect afhankelijk van landen als Griekenland. Klom: “Als het huis van de buurman in brand staat, moet je blussen om te voorkomen dat ook jouw huis vlam vat.” Daarom investeert de EC nu in preventief toezicht. Elk jaar geven Europese landen elkaar inzicht in hun begroting, hervormingen en beleid, waarna de Europese Commissie dit bespreekt. “Wij mogen aanbevelingen geven over de benodigde hervormingen, maar mogen aanbevelingen niet opleggen. Landen kunnen elkaar er wel op aanspreken. De aanbevelingen zijn best belangrijk, maar ook pijnlijk. Denk aan het verhogen van de pensioenleeftijd, het openbreken van de arbeidsmarkt en de Nederlandse huizenmarkt.”

Nederland haalt dus heel veel uit Europa. We delen in de rechten en plichten, de groei en de welvaart, maar ook in de solidariteit en vrede. We betalen mee op korte termijn, zodat andere landen succes kunnen hebben. “Hun succes is ons succes. Die welvaart kunnen we alleen verdienen in de enorme markt die Europa heet. Voor grote landen is ‘aleingang’ misschien een optie, voor kleine landen als Nederland niet. Ik denk dat Europa enorme kansen geeft. Die kun je laten liggen, maar je kunt ze ook omarmen.”

Bernadet Timmer

Geen opmerkingen:

Een reactie posten