vrijdag 26 april 2013

Licht in de duisternis

 

Enschede, Eindhoven en Terschelling gingen ons al voor. In april was Almere gastheer van ruim veertig studenten die deelnamen aan de Lightchallenge, een ontwerpwedstrijd voor innovatieve en duurzame straatverlichting. Zij kregen een masterclass Politiek en Openbare Ruimte. Het thema ‘Techniek, politiek en architectuur’ ging erin als koek. Licht als maatschappelijk bindmiddel.

Gemeenten die meedoen aan de Lightchallenge krijgen een studententeam voor een straat toegewezen. In Almere maakt het team van de Hogeschool van Amsterdam een ontwerp voor de Agavestraat, 'vanwege de oprechte interesse en motivatie van de actieve buurtbewoners'. Op 3 juli is de finale.
Burgemeester Jorritsma opent de masterclass in de Burgerzaal: “Het is goed voor studenten om te zien wat er in de echte wereld gebeurt, en voor bedrijven is het belangrijk studenten de kans te geven om processen en producten te verbeteren”.

Almere groeit snel, maar de markt bepaalt of en hoeveel huizen we bouwen. Kwaliteit en omgeving zijn minstens zo belangrijk als kwantiteit. Daarom zijn duurzaamheid en burgerparticipatie uitgewerkt in de Almere Principles. Een ervan is ‘koester diversiteit’; dat is noodzakelijk met een bevolking waarvan slechts 9% ouder is dan 65. De meeste Almeerders zijn jonger dan gemiddeld in Nederland en zijn verspreid over 164 etnische groepen.
“Al die mensen moeten zich vertegenwoordigd voelen door de politiek. We willen mensen uitdagen de stad op die manier te ontwikkelen. Omdat we zoveel culturen hebben, zien mensen hun omgeving op een totaal andere manier. We zoeken de balans tussen veiligheid en vrijheid. Dat betekent veel voor de ontwikkeling van de stad. Ook en misschien wel juist voor een jonge stad als Almere. We moeten actieve verbanden zoeken met de lokale gemeenschap, die moet zijn eigen verantwoordelijkheid daarin nemen.”

Marbles
Licht kan daarbij helpen. Neem het kunstwerk Marbles in Almere Buiten. Dat kwam tot stand na een wedstrijd van de woningbouwvereniging. De opdracht was ‘ontwerp een plaats waar je elkaar kunt ontmoeten in de 21ste eeuw, om mensen zich beter te laten voelen’. Veel ouderen vonden het eerst niets; toch werden steeds meer mensen aangetrokken tot het licht. Nu is het een natuurlijke ontmoetingsplek in de wijk.

Jorritsma: “We willen anticiperen op verandering, maar hoe kun je keuzes maken zonder die keuzes voor toekomstige generaties weg te nemen? Openbare verlichting heeft een levensduur van dertig jaar. Maar dan zijn we waarschijnlijk al drie generaties lichtinnovatie verder. We moeten dus blijven innoveren. Dat hoeven we als overheid niet alleen te doen, mede dankzij initiatieven als de Lightchallenge.”

De zoektocht naar andere, gezonde systemen gaat dus door. Het materiaal en het licht mogen zo min mogelijk impact hebben op het milieu: zowel op het energiegebruik als in onderhoud en afval. “We willen dat mensen zich meer verbonden voelen met de natuur, ook al wonen ze in de stad. Maar we zijn nog niet zo goed in het koppelen en integreren van openbare verlichting in de omgeving. Het licht past lang niet altijd bij de omstandigheden. Ook duisternis hoort bij de natuur, dus kijken we heel goed waar licht past en waar niet. Kan het licht ook uit of minder als de omgeving dat vraagt? Als jullie idee ons net zoveel geld scheelt als het ons kost aan investeringen; don’t wait, just do it!”

Moonlight
Jeroen Verschelling ontwikkelde met een collega schone verlichting in Cambodja. Zijn project ‘The Moonlight’ viel in de prijzen. “Stadsplanning werkt heel anders in Cambodja. Ruim de helft van de Cambodjanen heeft geen elektriciteit. ’s Nachts is het pikkedonker; er is geen straatverlichting.” Ze begonnen met een klein zonne-energiebedrijfje in 2006 om licht te genereren voor de bevolking. Het probleem met Westerse zonne-energiesystemen in Cambodja was dat het duur is, snel kapot gaat en niet te repareren is. Daarom wilden ze lokale producten ontwikkelen, die ze ter plaatse konden maken en repareren. Traditioneel gebruiken Cambodjanen zelfgemaakte kerosinelampen van blikjes, maar kerosine is duur en brandgevaarlijk en de lichtopbrengst is laag.

In 2008 kwamen vier studenten van de universiteit van Delft naar Cambodja om ze te helpen een bruikbaar lichtsysteem te ontwerpen. Zij registreerden de dagelijkse activiteiten van de inwoners om uit te vinden waar, hoeveel en welk licht er nodig was. Daarna ontwierpen ze de verlichting. De lampen moesten opgehangen en liefst ook gedragen kunnen worden, zodat de mensen hun handen vrij hadden. Ze houden de lamp ’s nachts aan uit veiligheidsoverwegingen en om boze geesten weg te houden, maar gaan er ook mee naar buiten omdat ze daar hun behoefte moeten doen. In Nederland werd het prototype vervolmaakt. Dat duurde een jaar, met een klein budget. De studenten wonnen er internationale prijzen mee, en stootten zelfs Philips van de eerste plek op de Dutch Design Week.

De lamp werkt op zonne-energie en heeft circa 4,5 uur nodig om op te laden in de Cambodjaanse zon. In het regenseizoen kunnen ze bovendien de ‘low setting’ gebruiken, die gebruikt nog minder energie. Hij brandt 4,5 uur op de high setting en meer dan twintig uur op de low setting. Er zitten eenvoudige batterijen in, die maar eens in de twee jaar vervangen hoeven te worden. Ze kosten 15 dollar in de losse verkoop. “Dit maakt echt een wereld van verschil voor de Cambodjanen. Mensen kunnen nu een beetje sparen en leven gezonder zonder rook, roet en brandgevaar van de kerosine. Ze kunnen nu ook langer opblijven en lezen en werken als ze willen. Je kunt daar zien waar we in Nederland naartoe gaan: zelfvoorzienende verlichting, omdat we nu tegen de grenzen van ons lichtnet en energiesysteem aanlopen. Je zou kunnen zeggen dat ze in Cambodja het netwerk hebben overgeslagen.”

Meet het
Jeroen Zuidgeest van MVRDV architecten sluit de masterclass af. Hij werkt mee aan diverse internationale projecten, waaronder Growing Green City Almere voor de Floriade 2022. “Er is een kloof tussen ons consumptiegedrag en de hoeveelheid energie en voedsel die we produceren. Als we ons gedragen als Amerikanen, hebben we 4,4 aardes nodig. Daar moeten we een antwoord op vinden.” Als je inzoomt op het Westen, zie je veel plekken fel oplichten. “Ontwikkelaars willen graag snel geld verdienen, maar wij willen bewustzijn creëren. We willen fundamenteel bijdragen aan het verkleinen van de kloof door het testen van nieuwe oplossingen in de praktijk.”

Vooroordelen over duurzame oplossingen zijn er genoeg; het is saai, lelijk en eenvormig. Het is dus belangrijk hoe je duurzaamheid definieert. Hij laat razendsnel beelden zien van uitgewerkte architectuur en concepten als ‘Sensorcity’ waarbij je interactie hebt met de stad via mobiel of iPad, of via nanosensors die reageren op beweging. Of nog een stap verder: bedenk een nieuwe definitie van daglicht en energie: iedereen zijn eigen zonnetje!
 “Almere wil graag de duurzaamste stad van Nederland zijn, maar meet het dan ook: bewijs het en wees hyperpragmatisch in de uitvoering. Wil je weten hoe je natuur en stadsplanning combineert, zodat je bijvoorbeeld de biodiversiteit kunt verhogen? Breng gedrag, energieverbruik en innovaties samen. Vraag je af wat je kunt leren van onderzoeken van anderen en wat je kunt met je eigen meetgegevens? Wij dragen bij door het laten zien van voorbeelden van oplossingen. Dat verandert de noodzaak in actie.”


Bernadet Timmer

Geen opmerkingen:

Een reactie posten