Posts tonen met het label crisiscommunicatie. Alle posts tonen
Posts tonen met het label crisiscommunicatie. Alle posts tonen

woensdag 12 juni 2013

“Elke organisatie heeft de plicht een mooiere toekomst te verzinnen”

 

Verbindingen leggen en bouwen aan vertrouwen, dat is de rode draad van het Logeioncongres én de kracht van communicatie, het thema van het congres. Niet de middelen of de media, maar de mensen zijn de kracht van communicatie. Volgens Frank Kalshoven zijn communicatiemensen de verbindingsofficieren naar een mooiere toekomst.

De locatie van het congres is veelzeggend. Fort Voordorp in Utrecht straalt uit wat communicatie wil zijn: krachtig, een stevig bolwerk en tegelijk open en multifunctioneel inzetbaar. ‘Mentalist’ Dan Lefay trapt af en zet de toon door letterlijk te manipuleren met kaders. Hij weet dat we gewoontedenkers, patroondenkers zijn. Dat wij zien wat wij verwachten, hopen en misschien wel vrezen te zien. Vandaag laten we onze modellen los en vormen nieuwe kaders om de ‘gevoelde realiteit’ te veranderen. En dat is hard nodig, want sombere beelden over de toekomst domineren: ‘onze kinderen gaan het slechter krijgen’.

Spreker Frank Kalshoven, econoom en publicist van onder meer de Volkskrantcolumn ‘Het spel en de knikkers’ vraagt ons: hoe kunnen communicatieprofessionals helpen de wereld beter te maken? Daarvoor moeten we ‘helder denken’; denken in stapjes. “De eerste stap is kijken. Stel je oordeel uit. Waarom zouden we nu niet aan de vooravond staan van een periode van groei en bloei?”

Neem een hypotheek op de toekomst
Hij neemt ons mee naar de jaren ’50, toen veel Nederlanders emigreerden terwijl we juist aan het begin stonden van een zeer welvarende periode. Aan de arbeidsduur is sindsdien niet veel veranderd; de arbeidsproductiviteit en ons inkomen zijn echter verviervoudigd. “Dat komt omdat we slimmer zijn gaan werken.” Toch kunnen we ons ook nu niet voorstellen dat we over zestig jaar vier keer zo rijk zijn als nu.
Door de crisis heeft er een omslag plaatsgevonden van ‘schuld is goed’ naar ‘schuld is slecht’. Maar als je kijkt naar de langetermijnschuld van de overheid in relatie tot het bruto nationaal inkomen, stelt die staatsschuld historisch gezien niets voor. Kalshoven: “Je gaat een schuld aan als je vertrouwen hebt. Hoezeer durven wij een hypotheek te nemen op de toekomst?”

Laat ‘het gemiddelde’ los
De samenleving is veranderd: je kunt niet meer denken in homogene groepen. Onze samenleving is heterogeen, want steeds meer mensen wijken af van het ‘gemiddelde’ dat we berekend hebben. “Dit is de revolutie die we kennen, maar niet begrijpen”, zegt Kalshoven. Die worsteling zie je onder meer in de zorg. Zo krimpt de beroepsbevolking intussen net zo hard als het aantal 65-plussers stijgt. We beginnen ons nu pas te realiseren wat dat kan betekenen. Limburg en Oost-Groningen ondervinden het al aan den lijve. Wie gaan de ouderen verzorgen als de jongeren vertrekken? Maar ook: hoe menswaardig is het bestaan van een zieke 85-plusser nog als je hem of haar gaat bestralen of opereren?

Ga anders werken, leren en rusten
Ons maatschappelijk, sociaal en ethisch kader moet dus veranderen. Daar past ook anders werken bij. Kalshoven: “We hebben zicht nodig op welvaartstoename om ons lekker te voelen. Leren, werken en daarna rusten is een levensritme dat past bij vroeger, toen we gemiddeld 60 jaar oud werden. Maar de levensverwachting is enorm gestegen. Dat betekent zelf kiezen voor leren, weken en/of rusten op de momenten die jij wilt, gedurende je hele leven.”

Toon de weg naar een mooiere toekomst
We leven dus op een kantelpunt, en niet voor het eerst. Het gebrek aan een nieuw wenkend perspectief maakt veel mensen onzeker en somber over de toekomst. We zullen de toekomst zelf en samen moeten verzinnen en vormgeven, concludeert Kalshoven. “De overheid is daar niet zo goed in. Elke organisatie heeft de plicht een mooiere toekomst te verzinnen. Communicatiemensen kunnen hierin als verbindingsofficieren tussen organisaties en stakeholders een zeer nuttige rol vervullen.”

Bernadet Timmer

donderdag 21 maart 2013

Zelfredzaamheid zonder elektriciteit


Zaterdag 23 maart, vanaf 20.30 uur, gaan alle lichten uit. Tenminste, dat is het doel van Earth Hour, een wereldwijd project dat zoveel mogelijk mensen vraagt op dat moment een uur lang de lichten te doven 'voor het milieu'. Maar wat als zo'n energiestop niet gepland is?
 
Het licht valt uit, de verwarming doet het niet meer, liften en verkeerslichten stoppen ermee en vrieskisten ontdooien. Kou, ongelukken en criminaliteit dreigen. De uitval van elektriciteit is regelmatig onderwerp van gesprek, zowel bij crisisoefeningen als in de praktijk. Zeker als het allemaal wat langer duurt. Hoe gaan wij daarmee om?

Volgens Maaike Bok, van de afdeling Crisisbeheersing bij netbeheerder Liander, is “uitval van elektriciteit een reëel risico met een zeer grote impact.” Flevoland als Gooi en Vechtstreek (Utrecht heeft een andere netbeheerder) hebben daarom een conceptconvenant getekend met Liander waarin afspraken staan over het delen van kennis, de inzet van liaisons en het opleiden, trainen en oefenen voor crisissituaties.
Er is een incidentbestrijdingsplan gemaakt en binnenkort volgen er plannen voor de aanpak van incidenten op het gebied van gas, drinkwater, ICT en communicatie. 

Netbeheer
Productie & levering en Transport zijn gescheiden in de energiewereld. Zo is Gasunie de landelijke beheerder van het gasnet en Tennet de landelijke beheerder van het elektriciteitsnet. Het netbeheer is regionaal verdeeld, maar valt niet geheel samen met de Veiligheidsregio’s. Zo is Enexis beheerder in de Noordoostpolder en op Urk en vallen Zuidelijk Flevoland en Gooi en Vechtstreek onder Liander. In Utrecht regelt Stedin (voorheen Eneco) het netbeheer.

Het Nederlandse netwerk draait op 50 Hertz, om problemen in de frequentie en stroomleverantie te voorkomen. De stroomvoorziening kan falen door diverse oorzaken. Het kan de natuur zijn (blikseminslag, overstromingen), een technische storing, menselijk falen, slijtage, opzet of overbelasting, waarbij opvang binnen het Europese net niet meer mogelijk is.
“De meeste stroomstoringen worden veroorzaakt door graafschades bij werkzaamheden”, zegt Bok. Overigens: “In Nederland hebben we ongeveer 23 minuten stroomuitval per persoon per jaar. Dat is vergeleken met andere landen erg weinig.”

Impact
De impact van een stroomstoring is groot, zowel in het bron- als in het effectgebied. Naarmate die langer duurt, treden ook keteneffecten op. Zoals verlies van dataverkeer, openbaar vervoer, de verkeersvoorzieningen en op de lange duur ook de drinkwatervoorziening. Het is maatschappelijk ontwrichtend, niet alleen in de beleving van de bevolking, maar ook voor de economie. De crisisorganisatie van Alliander kent drie 'crisisfasen':
  1. Normaal: van korte duur en klein in omvang. Oplossing: een storingsmonteur.
  2. Ernstig: langdurig, regionaal en met veel media-aandacht. Naast monteurs worden ook liaisons ingezet om de crisisteams te ondersteunen.
  3. Crisis: langdurig, bovenregionaal, met ernstige gevolgen. Er komt een speciaal crisisteam met directeur.
De elektriciteitssector is zelf niet verantwoordelijk voor het leveren van noodstroomvoorzieningen, maar kan wel helpen bij het leggen van de juiste contacten. Uit oefeningen blijkt dat we als hulpverleners nog steeds worstelen met het begrip ‘eigen verantwoordelijkheid’. Welke handelingsperspectieven kun je bieden, als mensen langer dan 24 uur in de kou zitten? Hoe ga je om met de minder zelfredzamen? Hoe ziet hun sociale omgeving er eigenlijk uit? Hoe rekbaar is de zorgplicht van de buren? Een interessant thema voor de volgende multidisciplinaire oefening….

Bernadet Timmer