Posts tonen met het label cultuurverandering. Alle posts tonen
Posts tonen met het label cultuurverandering. Alle posts tonen

donderdag 19 maart 2015

Van kunstenaar tot cultuurmakelaar


Een echt debat wilde het niet worden, woensdag 11 maart in de Nieuwe Bibliotheek in Almere Stad. Het was meer een ontmoeting van oude bekenden uit de cultuurwereld tijdens het Debatcafé over cultuur. Alleen schouwburgdirecteur Jeroen van de Wiel ontbrak. Daardoor werd het onderwerp Hectare Cultuur, het ondernemingsplan voor de Kunstlinie, nauwelijks aangeroerd. Wat is er gebeurd met cultuur in Almere?

Wethouder Frits Huis verklaart: “We waren eerst volop aan het bouwen. Nu zijn we pas toe aan de exploitatie, het benutten van de infrastructuur van cultuur.” Kunstenaar Hein Walter merkt wel verschil: “Het bruist wel meer en anders dan tien jaar geleden”. Al is er volgens hem “nog steeds heel veel mogelijk en nodig”. Ook Boto van der Meulen, bedenker van Stadslab, ziet dat er nog ruimte en ‘een behoefte’ is. “Er liggen hier heel veel kansen.” Ronald Venrooy, directeur van het tijdelijk verhuisde Corrosia, heeft het naar zijn zin; “Vorig jaar hing er een grote bezuiniging aan onze broek. Ik ben blij dat we die nu niet meer hebben.”

Fondsen werven
Inmiddels is er een aanvraag uit het Investeringsprogramma Flevoland-Almere (IFA) voorbereid. Dat fonds is opgericht om initiatieven te stimuleren die Almere duurzaam aantrekkelijk maken. Walter: “Er werd nooit veel geld gegeven via de afdeling Cultuur, maar wel via de wijkbudgetten en fondsen buiten Flevoland. Er gebeurt hier niet heel veel, dus je aanvraag wordt al snel gehonoreerd. Je moet vooral veel dingen doen.” Walter is een man met een missie: “Ik wil dat over tien jaar heel veel kunstenaars aan het werk zijn op allerlei plekken, zoals in zorginstellingen, scholen en ook in het gemeentehuis.”

Gaat er niet te veel geld naar onderzoeken, plannen en rapporten ten koste van cultuur? Huis denkt dat het meevalt. “De gemeente gaat nu minder snel over tot het inhuren van externen. Wij springen er in vergelijking met andere gemeenten niet ongunstig uit.” Meer dan de helft van de Almeerders heeft ruime belangstelling voor kunst en cultuur, al gaan de meesten daarvoor naar Amsterdam. “Je kunt ons niet vergelijken met provincies als Brabant of Limburg. We hebben nu eenmaal niet veel geld voor cultuur. Maar we hoeven ons echt geen Calimero te voelen”, aldus Huis. Hij vindt het wel “enorm van belang” dat de laatste stap van Hectare Cultuur uitgevoerd wordt, om het theaterbezoek te laten stijgen. Op 25 maart komen de raadsleden naar de Schouwburg voor het bespreken van een Hectare Cultuur. Op 2 april volgt de behandeling in de raad. Wethouder Huis: “Het plan van Patrick van Mil is gewoon uitgevoerd. Het heeft wat langer geduurd, die uitleg volgt op 25 maart. Het plan Hectare Cultuur van de Schouwburg gaat niet ten koste van andere culturele instellingen.”

Eilanden verbinden
Directeur Venrooy zit nu met Corrosia tussen zijn collega’s - de bibliotheek en de Schouwburg. Sinds de verhuizing hebben ze een heel nieuw publiek opgebouwd, want: “Niemand uit Haven komt naar Stad”. Van der Meulen: “De opzet van Almere zorgt ervoor dat het een soort eilanden worden door de afstand. Cultuur is echt gebaat bij concentratie en ontmoetingen. Daar kun je wel iets aan doen: met internet bijvoorbeeld.” Met het nieuwe Stadslab willen ze die eilanden bij elkaar brengen. “Om elkaar te helpen, van onderop, als een soort Marktplaats voor onderscheidende, duurzame creatieve ideeën.”

Met het Stadslab, dat al succesvol is in Leiden, willen ze projecten genereren. Zoals de ‘Groene Broedplaats’ op terrein 2F7 (12 hectare bij voormalig museum De Paviljoens). Van der Meulen denkt dat juist een van de succesfactoren is dat er heel veel ruimte beschikbaar is die goedkoop gebruikt kunnen worden. “Het is een blinde vlek, die al bijna 25 jaar lang braak ligt, gereserveerd voor uitbreiding van het stadscentrum. Door de crisis gaan die plannen opnieuw niet door. Daar kan meer mee dan een hertenkamp. Het is heel belangrijk dat er goedkope ruimte is voor tijdelijke broedplaatsen.” Ze mogen niet heien, maar Van der Meulen ziet kansen om (goedkoop) ruimte te creëren voor restaurantjes, bedrijfjes, ateliers, biologische pluktuinen, schooltuinen, biertuinen, etc. Daarin kunnen ook de volop aanwezige konijnen en orchideeën ingepast worden. De CAH is intussen benaderd voor de inventarisatie.  

Broedplaatsen creëren
Walter is sceptisch. Creatieve kunstenaars wachten niet tot de gemeente iets beschikbaar stelt: “Broedplaatsen ontstaan als er mensen zijn die iets willen en daar tijd in steken.” De wethouder is het met hem eens, maar: “We hebben het over buitengewoon kostbare grond, waar we in de toekomst geld mee kunnen verdienen. Niets is zo permanent als tijdelijk. Je kunt best iets doen met de grond zolang die braak ligt. Je moet er niet iets gaan doen wat nooit meer weggaat. Stadslandbouw kun je wel gebruiken voor de voedselbank bijvoorbeeld. Je moet op zoek naar projecten die je ook weer kunt afbreken.” Een ‘atelierzoeker’ vraagt: “Waarom wel anti-kraak voor gebouwen en geen gebruik van braakliggende grond?”

Voor het oprichten van broedplaatsen is hulp nodig, waarbij de gemeente moet faciliteren. In Amsterdam Noord is er een cultuurmakelaar aangesteld. Kan dat in Almere? “Ja”, zegt Huis. “Het Cultuurfonds wordt een stichting en zij gaan cultuurprojecten in cofinanciering aanjagen. Er zit veel geld in het cultuurfonds. Tot 50.000 euro kan de cultuurmakelaar de besteding bepalen, daarboven een commissie.” De Raad van Toezicht wordt Almeers. Binnenkort weten we wie gesolliciteerd heeft. Walter is blij met cofinanciering: “Zo komt er ook geld van buiten Flevoland naar binnen.” Er blijkt wel behoefte aan vrijwilligers die de kunstenaars kunnen adviseren over beschikbare fondsen en subsidies.

Initiatieven ondersteunen
Kunst wordt niet geboren uit organisaties of beleid. Gaat de cultuur bloeien als we studenten naar de stad halen? Huis: dat gebeurt al. Zeker nu Windesheim en de CAH hier zitten.” Waar kunnen Almeerse kunstenaars terecht met hun ideeën, waar moeten ze beginnen? Kunnen ze ruimte of korting op hun studie krijgen in ruil voor hun creatieve diensten? “Je kunt mij mailen!”, biedt wethouder Huis aan. In De Wierden nemen mensen zelf al initiatieven en je kunt je ook via
http://almere.academievandestad.nl aanmelden als je je als student wilt verbinden met de samenleving. Volgens Venrooy heeft woningcorporatie de Alliantie nog een aantal Atelierwoningen beschikbaar in Haven.

Kunstenaars kunnen ons verder helpen met hun creativiteit. Toch is dat er onder kunstenaars niet altijd, vindt Walter. “Almere heeft niet meer behoefte aan broedplekken of ateliers, maar aan creatieve kunstenaars. We moeten ze coachen naar een hoger niveau.” Venrooy vindt dat we op de goede weg zijn. “We hebben een enorm hoge ambitie, die moeten we vasthouden of opnieuw terugpakken.” Hij wil het graag voortzetten en nog groter maken. “Leuke openluchtfilms en concerten. Dat kunnen we alleen maar realiseren met steun van Almeerders.” Walter weet: “Als er iets leuks gebeurt, vertellen we dat niet verder. Uit onderzoek blijkt dat er heel veel gebeurt, maar dat mensen dat niet weten. Daar moeten we wat aan doen. Alle initiatieven helpen.”
Bernadet Timmer

vrijdag 22 februari 2013

Het einde van de reputatie

Communicatie is niet meer weg te denken in onze samenleving en organisatie. Hoe staat het ermee en waar gaat het naar toe? Beroepsvereniging Logeion wijdde er medio februari een middag aan in de gloednieuw raadzaal in het stadhuis van Ede. Daar benoemden emeritus hoogleraar communicatie Betteke van Ruler en communicatiestrateeg Frithjof de Haan drie trends in de communicatie.

Volgens Van Ruler gaat het vak behoorlijk op z’n kop. “Professionele communicatie is geen luxe meer. Managers hebben dat door en vinden het steeds belangrijker. Het vak wordt erkend.” Inmiddels houden 140.000 mensen zich professioneel met communicatie bezig. En er komen steeds meer taken bij; van PR en voorlichting is het uitgegroeid tot meer dan dertig functies in zes beroepsniveaus. De meeste professionals beheersen twee of drie specialismen.

Trend 1: Van offline naar online
De trend is niet dat we er kanalen bij krijgen. Als er nieuwe kanalen bijkomen, veranderen de oude hooguit van karakter. We doen steeds meer online, maar niet alles. Van Ruler: “Er is een mooie mix nodig: anyline.” De grootste verandering heeft te maken met control: de digitalisering van de samenleving. “Marketingcommunicatie en in- en externe communicatie beginnen te versmelten. Dat zie je onder meer aan de inzet van reclamebureaus. Die gaan communities bouwen en belevenissen creëren. De discussie gaat nu over: wat is nog intern? Hoort de flexibele schil daarbij? In een minuut ligt het op straat. Er zit geen muur meer tussen.”

Wat extern wordt gebracht, wordt ook intern steeds belangrijker. “Door de digitalisering kunnen organisaties zich niet meer opstellen als initiator van de berichtgeving. Het is onmiddellijk publiek. De organisatie heeft er steeds minder greep op. De vraag ‘wanneer zullen we dit naar buiten brengen?’ is steeds minder relevant. De boot afhouden werkt echt niet meer.” Volgens De Haan is het zelfs “onze opgave om de corporate silencegebieden bespreekbaar te maken, om ‘hadden we maar…’ te voorkomen.” De digitalisering stelt ons in staat om dat te monitoren bij de ‘100+-stadspomp’. “Met medewerkerstevredenheidsonderzoeken zie je momentopnames, maar je kunt structureler in gesprek gaan met mensen.”

Maatschappelijk humeur
Dat betekent een cultuurverandering. Van Ruler: “We moeten in netwerken denken. Mensen zijn geen geïsoleerde individuen. Het maatschappelijk humeur kan zomaar omslaan.” Wat haar betreft kan het klassieke communicatieplan de kast in, omdat we eigenlijk vooral deden wat we vorig jaar al deden. “Dat staat in de zendmodus; je weet al precies waar je uit wilt komen. We moeten niet achteraf, maar continu evalueren en ook vóór de actie de peilstok er al insteken. Je moet wel weten waar je naartoe wilt.”

“Communicatieprofessionals moeten leren anderen te helpen om goed te communiceren. .” Communicatie is geen goed middel om kennis, houding en gedrag mee te veranderen. Het meeste gedrag is immers routine en houding en kennis zeggen niets over gedrag.
De Haan focust op de driehoek ‘motivatie, gelegenheid en capaciteit’ van Poiesz, die het boek ‘Gedragsmanagement – Waarom mensen zich (niet) gedragen’ schreef. “Als een van de drie factoren laag scoren, kun je gedragsverandering op je buik schrijven. Het Nieuwe Werken is zo’n voorbeeld. Wij zetten enorm in op motivatie, maar er is dus meer nodig.”

De stijl van het huis
Door de digitalisering ontstaat een andere communicatiestijl: ‘de stijl van het huis’, de conversationele stijl. Wij gaan ook zakelijk veel meer praten alsof we aan de keukentafel zitten.
De Haan: “Tegelijk maakt de juridisering dat weer moeilijker. Luisteren is heel belangrijk, maar het is nog belangrijker wat je ermee doet. Communiceer je het ook als je er niets mee doet? Probeer de onderstroom boven tafel te krijgen.”

Trend 2: Afname van het vertrouwen
De Trustbarometer liet het al zien: het vertrouwen in alle instituties is enorm gekelderd. We vertrouwen de politiek, de overheid, het bedrijfsleven, zelfs de media niet meer. Kleine ondernemers vertrouwen we wel, want die blazen niet zo hard van de toren. En we vertrouwen elkaar. We moeten dus een ‘license to operate’ verdienen. Dat betekent een verschuiving van reputatie naar legitimatie. Van Ruler: “Het reputatiedenken leunt sterk op de gedachte dat mensen uit zijn op maximalisering van hun eigen winst. Sociologen kijken vooral naar legitimatie: vinden wij dat een organisatie rechtvaardig handelt?”

Legitimatie gaat niet alleen over jouw stakeholders: het gaat over de gesprekken die in de samenleving worden gevoerd. “Mensen verklaren zichzelf tot jouw stakeholder. Maar nog veel meer mensen praten met elkaar over jouw organisatie, die benaderen jou niet. Je hebt dus andere methoden van onderzoek nodig. Kijk hoe je op een andere manier kunt werken aan je legitimatie en ga van daaruit verder met je reputatie.” Dus niet alleen je merk opbouwen en beschermen, maar weer op zoek naar je drijfveren. Waar zit de ziel van de organisatie? Waartoe doe je dit alles? En dan: keuzes maken. Waar sta je voor, waar ben je van?

Verantwoording afleggen
Ook onze kernboodschap is ‘zo zendergericht als wat’, zegt Van Ruler. Ze ziet meer in flexibele storytelling. “Sluit allianties, stel je bescheiden en empathisch op. We moeten over alles verantwoording afleggen: uitleggen waarom we de keuzes maken die we maken. Wat meet je precies? En met welke organisatie vergelijk je dat dan? Wees ‘accountable’:
  • Maak helder wat jij te bieden hebt: waar ben jij verantwoordelijk voor? Wat is je missie?
  • Vraag je af wat zou kunnen werken. Hoe kun je onderbouwen dat je geld nodig hebt? Doe onderzoek en pas theorieën toe. Weet wat er onderzocht wordt.
  • Weet wat mag. Ben je ‘ethisch’ en ‘professioneel integer’? En ervaart de samenleving dit ook zo?
  • Wat kost het en wat levert het op? Realiseer je dat het een momentopname is. Relativeer de waarde ervan. Maar voer de discussie wel.

Trend 3: De communicatieve organisatie
“Hard roepen hoe goed je bent? Daar kom je niet meer mee weg. De zendermodus werkt niet meer. Hoe harder je roept, hoe bozer anderen worden. We kunnen het niet meer maken eindeloos te zenden, we zullen veel meer moeten luisteren.” Webcare is daar maar één onderdeel van. Redelijk consistente, open en betrokken organisaties krijgen misschien meer vertrouwen. Iedereen is nieuws aan het maken; communicatieadviseurs raden mensen zelfs aan om daar actief in te worden. “Maak daar geen grote reglementen voor, maar wel richtlijnen en kaders over de stijl van het huis. Overigens gaat het ook zonder zelden mis. Laat mensen zelf het woord maar doen, in plaats van woordvoerders die de boot afhouden, is de teneur. De manager moet verantwoordelijk zijn voor de goede manier van communiceren.”

Het communicatiever maken van de organisatie is de opgave van ons allen. Maar hoe doe je dat? Hoe ondersteun je projectleiders en managers, hoe zorg je ervoor dat mensen elkaar aanspreken en hoe koppel je dat aan je doelen? “Als je werkelijk anderen wilt helpen om te communiceren, dan wordt dit extreem belangrijk. De middelen staan in dienst van de afdeling die op een andere manier wil communiceren. Daar moeten we onze opdrachtgevers ook in meenemen.”

Communicatiemanagement
Van Ruler: “Niet het communiceren zelf staat centraal, maar het sturen, faciliteren, afremmen, aanjagen, redigeren en begeleiden van al het gecommuniceer in en om de organisatie, om vertrouwen te winnen en een licence to operate.” Communicatiemanagement dus.

Dat betekent een meer intern gerichte communicatieafdeling, waarbij ontwikkelingen in de samenleving de acties bepalen. Welke frames hanteren wij en welke frames hanteert onze omgeving? “We gaan van heel dienstbaar naar professioneel, vanuit eigen beroepsnormen. Dan ben je dus automatisch kritisch en veel meer een gesprekspartner. Je ontwikkelt je van medewerker naar professional. Hoe kan ik mijn opdrachtgever verder helpen? Bijvoorbeeld door hem uit zijn eigen ongelijk te halen. Ontwikkel professionele normen, haal bijpassende kennis binnen en ontwikkel vaardigheden.”

“De communicatieadviseur kan zich niet meer terugtrekken of isoleren. Je zult de hete vragen aan de orde moeten stellen. Ook de ellende van de branche. Dat is niet alleen een kwestie van techniek of stijl. Het communicatievak gaat veel meer toe naar ondersteuning en identiteitsvraagstukken en management. Ons denken over ‘hoe werkt communicatie’ moet veranderen. In deze tijd gaat het over wat mensen echt vinden, hoe ze zingeving creëren. Daarbij hoort open, betrokken en gepersonaliseerde communicatie.”

Bernadet Timmer