“Zorg dat je vindbaar bent, zorg dat het deelbaar is wat je doet en zorg dat mensen ermee kunnen spelen. Find, share, play. Taal bepaalt vaak de context als we naar beelden kijken.” Logeion, beroepsorganisatie voor communicatieprofessionals, laat Rob Prass tijdens een congres zijn kleurrijke verhaal doen.
Rob Prass is programmamaker en eigenaar van Creative Campfire. Hij weet veel van taal in een gevisualiseerde wereld. “Voorheen hadden we ‘Control Alt Delete’, nu hebben we een prullenbakje: we hebben beeldtaal geleerd.” Volgens Prass zijn we ooit taal gaan gebruiken omdat we info rmatie uit onze omgeving begonnen te verzamelen. “We onthouden het beste als we onze info rmatie in een verhaal gieten. Plaatjes beklijven beter dan tekst.”
Kloof
De huidige technologie helpt ons daarbij. “Elke desktop is nu een drukpers, een radiostation, een gemeenschap of een marktplaats.” Ook ingewikkelde dingen kun je visualiseren, door datavisualisatie. Toch dreigt er misschien juist daardoor een kloof te ontstaan tussen mensen die ermee overweg kunnen en mensen die dat niet kunnen. Hij vergelijkt het met de tijd van de boekdrukkunst; toen kon bijna niemand lezen. “Er zijn ongelooflijk veel aannames. We gaan ervan uit dat mensen bepaalde dingen ‘gewoon’ begrijpen. Kijk heel goed wat je doelgroep aankan.”
Zelf is Prass dyslectisch. Hij stuitte op duplexie: woorden waar je geen beelden bij hebt, geven kortsluiting. Daarom hebben bijvoorbeeld dyslectici veel moeite met abstracte teksten. “Als je die woorden tastbaar maakt, bijvoorbeeld door ze letterlijk te kleien, geef je ze een beeld.” Wat hem betreft maken beelden ons tot wie we zijn: “Wij onderscheiden ons omdat we kunnen denken in verhalen. Beeld is veel intuïtiever dan tekst. De grootste valkuil is dat je te veel tekst bij een plaatje zet. Je hebt bij plaatjes maar weinig tekst nodig.”
Trend
Volgens Prass gaat tekst niet verdwijnen, maar wordt het veel meer de context bij beeld. “Door de combinatie van technieken komen we tot steeds grotere dingen. We hebben geen idee waar het heen gaat. De trend is dat we steeds meer zoeken op YouTube; naar filmpjes als handleiding en voorbeeld. Dat verschilt per mens, maar je ziet wel een verschuiving. Jongeren lezen al niet veel meer dan de lengte van een Facebookbericht. Qua media is er echter niets verdwenen; er komt alleen maar bij. Als je een boek leest, maak je je eigen beeld erbij. Daarom klopt de film die ze ervan maken er vaak ook niet bij. Die is niet zoals jij het bedacht hebt.”
Inmiddels gaat de hoeveelheid info rmatie die we met z’n allen genereren in vier jaar tijd vier keer over de kop. Hij waarschuwt: “Mensen op foto’s trekken de aandacht. Daarmee leiden ze ook af van je info rmatie. Doe je een plaatje om een plaatje, of wil je er iets meer? Het meest schaarse goed in mijn leven is tijd. Dus geef mij een kort artikel en/of beeld. Filter voor mij, gids mij door de bergen info rmatie.”
Kortom: er zijn heel veel manieren om je boodschap te verspreiden. Er zijn ook veel fysieke ontwikkelingen gaande naast de digitale, zoals pop up stores en urban farming. Tastbare voorbeelden in je eigen omgeving. Ze hebben allemaal een gezamenlijke kern: “Het verhaal moet de moeite waard zijn. Je moet de aandacht verdienen.”
Bernadet Timmer
Geen opmerkingen:
Een reactie posten