In de animatiefilm
‘Cloudy with a chance of meatballs’ maakt iemand een machine die het eten laat
regenen. Dat lijkt een succes, maar als de inwoners steeds meer voedsel gaan
vragen, gaat het mis; spaghettitornado’s en gigantische gehaktballen bedreigen
de wereld. In de film komt het uiteindelijk goed, maar hoe brengen wij mensen
weer veilig in contact met voedsel in hun eigen omgeving?
Het antwoord daarop wordt deels gezocht in stadslandbouw. In
Almere, maar ook in Toronto, Lima, Milaan en andere grote steden. In ‘Stadslandbouwcafé´s’
delen steden hun ervaringen. Op 16 mei komen
ze samen in Utrecht en op 16 april was Almere gastheer van zo’n café, in
Schouwburg Almere. Toen ging het over ‘Feeding the city’, onder leiding van tafelheer
Johan Bouwmeester en onder toeziend oog van een betrokken publiek. Het thema
Growing Green Cities, bedacht in het kader van de Floriade Almere 2022, staat
centraal in de ontwikkeling van Almere. Dat verwijst naar een beweging die het
leven van stadsbewoners in alle opzichten duurzamer, gezonder en
aantrekkelijker moet maken.
De ideale stad van Henk Meijer, project Floriade Almere 2022
(en Growing Green Cities) is een meerkernige stad, met een ‘groene en blauwe
structuur’, een tuinstad zoals die ooit is bedacht door Ebenezer Howard. “Misschien
verdubbelt de stad de komende dertig jaar. Dat moeten we doen op een zo
duurzaam mogelijke manier. En dat kan.”
Dat staat ook in de concept Cultuurvisie Almere 2.0, al wil hij dat geen blauwdruk noemen: “Het laat zien wat er mogelijk is. Mensen én natuur dienen is onze opdracht. Het is voor het eerst in Nederland dat de stadslandbouw bepaalt hoe we ons landschap vormgeven. Dat zien we terug in de manier hoe we met water omgaan en heeft ook zijn weerslag op de economie. We wisselen ideeën uit met onze internationale partners om deze ideeën te verbeteren. Daarbij leren we ook van onze fouten.”
Ieder op zijn eigen
niveauDat staat ook in de concept Cultuurvisie Almere 2.0, al wil hij dat geen blauwdruk noemen: “Het laat zien wat er mogelijk is. Mensen én natuur dienen is onze opdracht. Het is voor het eerst in Nederland dat de stadslandbouw bepaalt hoe we ons landschap vormgeven. Dat zien we terug in de manier hoe we met water omgaan en heeft ook zijn weerslag op de economie. We wisselen ideeën uit met onze internationale partners om deze ideeën te verbeteren. Daarbij leren we ook van onze fouten.”
Iedereen kan daar op zijn eigen niveau aan bijdragen: “Op macroniveau produceren we voedsel voor de wereldmarkt. Op mesoniveau ontwikkelen we steden. Mensen kunnen hier hun droom waarmaken op elk niveau tussen de eigen buurt en de wereld. Ze kunnen samen bouwen aan educatie, transport, ondernemingen en de openbare ruimte. Op microniveau helpen we de kleinste initiatieven groeien. Die ondersteunen we, zodat mensen hun eigen kracht ten volle kunnen benutten.” Wat hem betreft zal de Floriade daarbij helpen. Want dat gaat om ‘state of the art’ duurzaamheid, zowel sociaal en fysiek als economisch en ecologisch.
Lauren Baker is coördinator van de Toronto Food Policy
Council in Canada. Ook zij ziet de ontwikkeling van inwoner naar ondernemer en
van lokaal naar regionaal. “Het is niet meer dan logisch dat we verbinding
zoeken met andere steden als het gaat om het vinden van nieuwe oplossingen.” Hoe
organiseren zij stadslandbouw in een stad met ruim 2,6 miljoen inwoners? “We
zijn ermee bezig sinds de ‘gezonde stad-beweging’ in de jaren ’80. Er is zelfs een
VN-verdrag over gezondheidsbevordering getekend. Dat gaat ook over het werk dat
mensen doen, de plek waar ze leven en het voedsel dat ze eten. De vraag was
waarom in een grote, rijke stad als Toronto arme mensen leven die geen gezond
voedsel hebben. Boeren, ondernemers, professoren, jongeren en
gezondheidsdeskundigen proberen samen de stad hierover te adviseren.”
Het draait dus ook om (burger)participatie. Inwoners werken
samen met de gemeente, stellen een actieplan op en voeren het uit. Zo kunnen ze
zelf hun producten verkopen op lokale markten. Dit heeft ook effect op de
voedselinfrastructuur; hiermee maken ze de stad een knooppunt voor de distributie
van landbouwproducten. “Het is zeer succesvol, omdat het leuk is. Mensen voelen
zich verbonden met het thema; het is praktisch, opwindend en stimulerend.”
Sociaal contact
In Lima draait ‘Growing Green Cities’ vooral om voedselveiligheid. De stad is erg vervuild, net als Mexico Stad en Santiago. Droogte en smog zijn een groot probleem. “Maar het is niet alleen maar ellende”, benadrukt Henk Renting, programmamanager RUAF Foundation Hij heeft regelmatig contact met de initiatiefnemers van stadslandbouw in die regio. “Voedsel verbouwen geeft het leven betekenis; mensen proberen daar hun verhouding met voedsel en omgeving opnieuw vorm te geven, omdat ze ooit van het platteland naar de stad kwamen en anders zijn gaan leven. Het belangrijkste doel is het zorgen voor voedsel voor iedereen in de stad; dat is ook een sociaal proces.”
Als voorbeeld noemt hij de school- en stadstuintjes, deels
op voorheen verwaarloosde openbare plekken. Die geven mensen voedsel, een doel,
een plek van samenkomst en geld door de verkoop van een deel van de oogst. Volgens
Renting kan overheidsbeleid daarbij
helpen: “Je hebt altijd een verband nodig tussen de initiatieven en de
overheid. In Almere beginnen we van onderop, maar we hebben ook een reactie
nodig van bovenaf, zoals het faciliteren van opleidingen.”In Lima draait ‘Growing Green Cities’ vooral om voedselveiligheid. De stad is erg vervuild, net als Mexico Stad en Santiago. Droogte en smog zijn een groot probleem. “Maar het is niet alleen maar ellende”, benadrukt Henk Renting, programmamanager RUAF Foundation Hij heeft regelmatig contact met de initiatiefnemers van stadslandbouw in die regio. “Voedsel verbouwen geeft het leven betekenis; mensen proberen daar hun verhouding met voedsel en omgeving opnieuw vorm te geven, omdat ze ooit van het platteland naar de stad kwamen en anders zijn gaan leven. Het belangrijkste doel is het zorgen voor voedsel voor iedereen in de stad; dat is ook een sociaal proces.”
Familie versus
economie
“In Milaan is voedsel geen probleem, want iedereen heeft wel iemand in de familie die zich bezighoudt met landbouw”, zegt Andrea Calori, voorzitter van het International Urban-Rural Network URGENCI Milaan in Italië. “Het probleem is dat we niet op een moderne manier nadenken over duurzaamheid en de rol van voedsel in de stad. Landbouw zit in het DNA van de stad, maar we bekijken het nog steeds met een traditionele blik.”
Hier gaat het niet om de balans tussen platteland en stad, maar om het verbinden van consumenten. “Er zijn heel veel lokale markten en keuterboertjes, maar we hebben geen duidelijk beleid over ons voedsel. In Italië hebben we een sterke traditie van coöperaties, maar voedsel maakt daar geen deel van uit.” Duurzaamheid begint wat Calori betreft bij het dagelijks leven. “We proberen het familieleven te verbinden met onze economie. De rol van de beleidsmakers is dit te faciliteren en verbeteren, niet te reguleren. Zij kunnen het Europese en milieubeleid vertalen in lokaal beleid.”
In Almere houdt onder meer burgerinitiatief Vereniging
Buitenstad zich bezig met stadslandbouw. Voorzitter Gerda Lenselink: “We hebben
geluk met ons jonge en leergierige netwerk in Almere. In Almere krijgen we veel
kansen en zien ze ook de noodzaak. Hier komen burgers, scholen, woningbouw en
gemeente met elkaar in gesprek, ontplooien samen initiatieven en leren van
elkaar. Zo ontdekken we welke initiatieven we nodig hebben.” Als voorbeeld
noemt ze de Warmoezerij: “We werken op zeer kleine schaal, maar we komen er
wel. Tot nu toe praten we er vooral over; we moeten het concreter maken. Wat
moet je bijvoorbeeld betalen voor een stukje land?” “In Milaan is voedsel geen probleem, want iedereen heeft wel iemand in de familie die zich bezighoudt met landbouw”, zegt Andrea Calori, voorzitter van het International Urban-Rural Network URGENCI Milaan in Italië. “Het probleem is dat we niet op een moderne manier nadenken over duurzaamheid en de rol van voedsel in de stad. Landbouw zit in het DNA van de stad, maar we bekijken het nog steeds met een traditionele blik.”
Hier gaat het niet om de balans tussen platteland en stad, maar om het verbinden van consumenten. “Er zijn heel veel lokale markten en keuterboertjes, maar we hebben geen duidelijk beleid over ons voedsel. In Italië hebben we een sterke traditie van coöperaties, maar voedsel maakt daar geen deel van uit.” Duurzaamheid begint wat Calori betreft bij het dagelijks leven. “We proberen het familieleven te verbinden met onze economie. De rol van de beleidsmakers is dit te faciliteren en verbeteren, niet te reguleren. Zij kunnen het Europese en milieubeleid vertalen in lokaal beleid.”
Businessmodel
Steeds meer plekken in Almere zijn bestemd voor stadslandbouw, maar internationaal verlaten juist steeds meer boeren de stad vanwege de hoge grondprijzen. Kunnen we iets doen aan die prijzen? Duurzaamheid is een noodzaak, vinden alle sprekers. Maar het is ook een businessmodel, zegt Meijer. “Een deel van de openbare ruimte zal altijd groen moeten zijn; of het nu een park, een speelplek of stadslandbouw is. Dat hoeft niet duur te zijn.” Ook Baker vindt dat de planners goed moeten kijken naar de landbouwsector en vraagt aandacht voor de nichemarkten. Daar is, met gebruikmaking van alle informatie die we al hebben, zeker ruimte voor in de stad, ook financieel.
Voorlopig is ons voedsel vooral in handen van handelaren. Zo probeerde stadsboer Tom Saat te volgen waar zijn producten naartoe gingen. Zijn broccoli belandde na de oogst in een distributiecentrum in Frankrijk en dook daarna weer op in een supermarkt in Almere. ‘Boer en filosoof’ Jan Huijgen wil daarom de balans die er ooit was tussen stad en platteland weer herstellen. Hij geeft de deelnemers nog wat vragen mee: “Wat is voedsel? Is het een product of een recht? Wie gaat daarover? En gaan we er op de juiste manier mee om?”
Steeds meer plekken in Almere zijn bestemd voor stadslandbouw, maar internationaal verlaten juist steeds meer boeren de stad vanwege de hoge grondprijzen. Kunnen we iets doen aan die prijzen? Duurzaamheid is een noodzaak, vinden alle sprekers. Maar het is ook een businessmodel, zegt Meijer. “Een deel van de openbare ruimte zal altijd groen moeten zijn; of het nu een park, een speelplek of stadslandbouw is. Dat hoeft niet duur te zijn.” Ook Baker vindt dat de planners goed moeten kijken naar de landbouwsector en vraagt aandacht voor de nichemarkten. Daar is, met gebruikmaking van alle informatie die we al hebben, zeker ruimte voor in de stad, ook financieel.
Voorlopig is ons voedsel vooral in handen van handelaren. Zo probeerde stadsboer Tom Saat te volgen waar zijn producten naartoe gingen. Zijn broccoli belandde na de oogst in een distributiecentrum in Frankrijk en dook daarna weer op in een supermarkt in Almere. ‘Boer en filosoof’ Jan Huijgen wil daarom de balans die er ooit was tussen stad en platteland weer herstellen. Hij geeft de deelnemers nog wat vragen mee: “Wat is voedsel? Is het een product of een recht? Wie gaat daarover? En gaan we er op de juiste manier mee om?”
Bernadet Timmer
Meer informatie vind je op www.growthecity.eu