donderdag 21 maart 2013

Zelfredzaamheid zonder elektriciteit


Zaterdag 23 maart, vanaf 20.30 uur, gaan alle lichten uit. Tenminste, dat is het doel van Earth Hour, een wereldwijd project dat zoveel mogelijk mensen vraagt op dat moment een uur lang de lichten te doven 'voor het milieu'. Maar wat als zo'n energiestop niet gepland is?
 
Het licht valt uit, de verwarming doet het niet meer, liften en verkeerslichten stoppen ermee en vrieskisten ontdooien. Kou, ongelukken en criminaliteit dreigen. De uitval van elektriciteit is regelmatig onderwerp van gesprek, zowel bij crisisoefeningen als in de praktijk. Zeker als het allemaal wat langer duurt. Hoe gaan wij daarmee om?

Volgens Maaike Bok, van de afdeling Crisisbeheersing bij netbeheerder Liander, is “uitval van elektriciteit een reĆ«el risico met een zeer grote impact.” Flevoland als Gooi en Vechtstreek (Utrecht heeft een andere netbeheerder) hebben daarom een conceptconvenant getekend met Liander waarin afspraken staan over het delen van kennis, de inzet van liaisons en het opleiden, trainen en oefenen voor crisissituaties.
Er is een incidentbestrijdingsplan gemaakt en binnenkort volgen er plannen voor de aanpak van incidenten op het gebied van gas, drinkwater, ICT en communicatie. 

Netbeheer
Productie & levering en Transport zijn gescheiden in de energiewereld. Zo is Gasunie de landelijke beheerder van het gasnet en Tennet de landelijke beheerder van het elektriciteitsnet. Het netbeheer is regionaal verdeeld, maar valt niet geheel samen met de Veiligheidsregio’s. Zo is Enexis beheerder in de Noordoostpolder en op Urk en vallen Zuidelijk Flevoland en Gooi en Vechtstreek onder Liander. In Utrecht regelt Stedin (voorheen Eneco) het netbeheer.

Het Nederlandse netwerk draait op 50 Hertz, om problemen in de frequentie en stroomleverantie te voorkomen. De stroomvoorziening kan falen door diverse oorzaken. Het kan de natuur zijn (blikseminslag, overstromingen), een technische storing, menselijk falen, slijtage, opzet of overbelasting, waarbij opvang binnen het Europese net niet meer mogelijk is.
“De meeste stroomstoringen worden veroorzaakt door graafschades bij werkzaamheden”, zegt Bok. Overigens: “In Nederland hebben we ongeveer 23 minuten stroomuitval per persoon per jaar. Dat is vergeleken met andere landen erg weinig.”

Impact
De impact van een stroomstoring is groot, zowel in het bron- als in het effectgebied. Naarmate die langer duurt, treden ook keteneffecten op. Zoals verlies van dataverkeer, openbaar vervoer, de verkeersvoorzieningen en op de lange duur ook de drinkwatervoorziening. Het is maatschappelijk ontwrichtend, niet alleen in de beleving van de bevolking, maar ook voor de economie. De crisisorganisatie van Alliander kent drie 'crisisfasen':
  1. Normaal: van korte duur en klein in omvang. Oplossing: een storingsmonteur.
  2. Ernstig: langdurig, regionaal en met veel media-aandacht. Naast monteurs worden ook liaisons ingezet om de crisisteams te ondersteunen.
  3. Crisis: langdurig, bovenregionaal, met ernstige gevolgen. Er komt een speciaal crisisteam met directeur.
De elektriciteitssector is zelf niet verantwoordelijk voor het leveren van noodstroomvoorzieningen, maar kan wel helpen bij het leggen van de juiste contacten. Uit oefeningen blijkt dat we als hulpverleners nog steeds worstelen met het begrip ‘eigen verantwoordelijkheid’. Welke handelingsperspectieven kun je bieden, als mensen langer dan 24 uur in de kou zitten? Hoe ga je om met de minder zelfredzamen? Hoe ziet hun sociale omgeving er eigenlijk uit? Hoe rekbaar is de zorgplicht van de buren? Een interessant thema voor de volgende multidisciplinaire oefening….

Bernadet Timmer

Geen opmerkingen:

Een reactie posten